|
|
Over
de architect en de bouw van het nieuwe station
Het
huidige station van Deventer markeert in meerdere opzichten het einde
van een tijdperk in de spoorwegarchitectuur. Een tijdperk waarin de
concurrentiestrijd tussen de diverse spoorwegmaatschappijen ongekend
fel was. Dat liet men onder andere zien door middel van grootse stations
met monumentale stationsgebouwen, waarmee reizigers moesten worden
geïmponeerd. Het station van Deventer zou het laatste station
van een dergelijk formaat worden dat werd gebouwd. De concurrentiestrijd
tussen de twee grootste spoorwegmaatschappijen leverde met name bij
dit station een bizarre voorgeschiedenis op, zoals al in de voorgaande
pagina's aan de orde kwam.
Maar tijdens de bouw van dit station veranderde (in figuurlijke zin)
het complete Nederlandse spoorweglandschap. Zowel de Staatsspoorwegen
als de HIJSM raakten in grote financiële problemen en moesten
noodgedwongen intensief gaan samenwerken, hetgeen uiteindelijk resulteerde
in een fusie tussen deze twee maatschappijen. Dit station was het
laatste grote station dat nog tijdens de oude situatie werd ontworpen.
Maar al tijdens de ontwerpfase werden de voortekenen van de financiële
crisis bij Staatsspoor duidelijk. Zo moest het oorspronkelijke ontwerp
van het stationsgebouw aanzienlijk worden versoberd
Nog één keer huurde Staatsspoor een externe architect
in. Het werd ingenieur H. Menalda van Schouwenburg, een architect
van wie maar heel weinig bekend is. Menalda van Schouwenburg werd
in 1884 geboren en vertrok in 1918, dus nog tijdens de bouw van "zijn"
station, vanuit Deventer naar het toenmalige Nederlands Indië.
Daar ontwierp hij in de tweede helft van de jaren twintig het Geologisch
Museum in Bandung. Of hij ooit het eindresultaat in Deventer heeft
gezien is mij niet bekend. Waarom Staatsspoor voor een externe architect
koos is niet bekend. Feit is in ieder geval dat de "vaste"
architect voor de grotere stationsprojecten van deze maatschappij,
G.W. van Heukelom, op dat moment aan het werk was in Zuid-Limburg.
Daar was hij betrokken bij de aanleg van de spoorlijn Heerlen-Schin
op Geul, waar hij de stations langs deze spoorlijn ontwierp. Dat project
werd ook meteen zijn laatste.
Hoe de ombouw van het stationsgebied in Deventer precies verliep is
niet helemaal duidelijk. In ieder geval ging in 1914 de eerste schop
de grond in. Naar verluid werd al in datzelfde jaar het stationsgebouw
opgeleverd, maar dat lijkt mij -eerlijk gezegd- wat onwaarschijnlijk.
Zoals al eerder aangegeven was de ruggengraat van het project het
omhoog brengen van de spoorbaandoor Deventer, waarbij alle overwegen
in de stad (dat waren er destijds vijf) kwamen te vervallen en werden
vervangen door onderdoorgangen. De hele ombouw werd gefaseerd uitgevoerd,
het treinverkeer ging immers gewoon door. In het voorjaar van 1919
werd het Staatsspoorstation gesloten en ook vrijwel meteen gesloopt.
Pas vanaf dat moment kon worden begonnen met de aanleg van het verhoogde
perron. Omdat het nieuwe station nog volop in aanbouw was moest vanaf
dat moment al het treinverkeer gebruik maken van het HIJSM-station.
Daar was het toch al veel te kleine station helemaal niet op berekend,
en dus moest het ter elfde ure nog worden verbouwd! Zo moest een extra
perron worden aangelegd en werden extra loketten geplaatst. En dat
terwijl er op nog geen 250 meter afstand een gloednieuw station in
aanbouw was!
Op 1 maart 1920 kon dan eindelijk het nieuwe station in gebruik worden
genomen. Meteen daarna werd het laatste "oude" station gesloopt
en kon het laatste deel van het stationsproject, het verhoogde goederenstation,
worden aangelegd. In de zomer van 1921waren nagenoeg alle werken voltooid
en herinnerde niets meer aan de oude situatie. Hoewel..?
In het voorjaar van 1990 stuitte men tijdens graafwerkzaamheden op
een restant van een draaischijf, die hoorde bij het vroegere Staatsspoor-station.
Het bleek dat men tijdens de sloop van het oude station de draaischijf
weliswaar heeft ontmanteld, maar dat de onderbouw gewoon intact bleef
en vervolgens onder een dikke laag zand verdween. Het restant van
de draaischijf werd overigens nu wel gesloopt, omdat het terrein waar
deze werd gevonden op dat moment bouwrijp werd gemaakt voor de bouw
van kantorencomplex "Leeuwenbrug". |
|
Boven:
Volgens sommige bronnen zou het stationsgebouw al in 1914 zijn
opgeleverd, maar naar alle waarschijnlijkheid klopt dit niet.
Het gebouw zou dan in minder dan een jaar tijd uit de grond zijn
gestampt. Bovendien zou het vervolgens nog ruim vijf jaar ongebruikt
blijven, de twee oude stations zouden namelijk pas respectievelijk
in 1919 en 1920 hun deuren sluiten. Ik denk dan ook dat het stationsgebouw
"pas" in 1919 gereedkwam. Uit datzelfde jaar is ook
deze ansichtkaart van het gloednieuwe station. Het gebouw lijkt
nagenoeg klaar, alleen het uurwerk boven de ingang ontbreekt nog.
Ook het verwarmingsgebouw met de watertoren zijn inmiddels zo
goed als gereed. Het stationsplein moet nog echter worden bestraat
en hoe het nieuwe perron er op dat moment uitzag laat deze kaart
niet zien...
|
|
Onder:
Over de architect van het station (H. Menalda van Schouwenburg)
is maar heel weinig bekend. Zo zou hij in 1884 geboren zijn, maar
men weet niet wanneer hij is overleden. Wat wel over hem bekend
is, is het feit dat hij in 1918 -dus nog tijdens de bouw van het
station- vanuit Deventer vertrok naar het toenmalige Nederlands
Indië. Dat klinkt vreemd, maar wellicht dat dit vertrek al
heel lang van tevoren vaststond en dat men er vanuit ging dat
het station al in 1918 klaar zou zijn. De bouw ervan liep immers
forse vertraging op. Ook over het oeuvre van deze architect is
maar heel weinig terug te vinden. Zijn bekendste ontwerp naast
het Deventer station is het Geologisch Museum van Bandung (foto),
dat in 1928 werd geopend. Het is het enige andere gebouw van de
hand van deze architect dat ik heb kunnen vinden...
|
|
|
|
|
Onder:
Na de ingebruikname van het nieuwe station werden alle sporen
van de twee oude stations ogenschijnlijk gewist. Ogenschijnlijk,
want in het voorjaar van 1990 stuitte men tijdens graafwerkzaamheden
op een restant van een draaischijf. Het bleek de stenen onderbouw
ervan te zijn en behoorde destijds bij het Staatsspoorstation.
De opmerkelijke opgraving trok destijds veel bekijks, maar desalniettemin
werd de onderbouw kort na de opgraving alsnog gesloopt. Het terrein
waar deze werd gevonden werd op dat moment bouwrijp gemaakt voor
de bouw van het kantorencomplex "Leeuwenbrug".
|
Onder:
Het voormalige goederenemplacement, dat overigens grotendeels
voorbij de bocht licht en dus niet op de foto is te zien, ligt
er tegenwoordig wat verlaten bij. Het verhoogde emplacement werd
ten oosten van de Brinkgreverweg aangelegd, op de plaats waar
ooit het HIJSM-station heeft gestaan. Het feitelijke goederenstation
is allang opgebroken, alleen een deel van het rangeerterrein ligt
er nog.
|
|
|
|
|
Onder
Het oorspronkelijke ontwerp van het stationsgebouw. Zo
had het er dus uit moeten zien, en in de basis verschilt
het eigenlijk niet eens zo heel veel met de definitieve
uitvoering. Zo is de afgeschuinde ingangspartij, toch
wel hèt stijlkenmerk van dit stationsgebouw, hier
ook aanwezig. Maar hier werd deze vergezeld met twee torentjes
van verschillende grootte. Een ander groot verschil in
het oorspronkelijke ontwerp was de bovenverdieping op
een deel van de lange vleugel, direct naast de ingang.
Ook zou het gebouw aanzienlijk uitbundiger versierd worden,
terwijl het definitieve stationsgebouw veel soberder werd
uitgevoerd. Wat wel bleven waren de luifels boven de in-
en uitgang, evenals het balkon boven de ingang. Daarin
werd, na het schrappen van de klokkentoren, nu het uurwerk
geïntegreerd. Ook de toren in de linker zijgevel
werd gebouwd, inclusief de spits. Deze torenspits is echter
alweer tientallen jaren verleden tijd.
|
|
|
|
|
versie: 26-03-2012 |