| |
(
+ BOVENKARSPEL FLORA )
| | |
Afkorting: | Bkg | Maatschappij: | Nederlandse
Spoorwegen (NS) |
Type: | Standaardtype
Vierlingsbeek | Architect: | W.B.
Kloos | Bouwjaar:
| 1965 | Baanvak:
| Hoorn - Enkhuizen | | |
| |
In 1965 werden
de twee allerlaatste standaardstationsgebouwen van het type Vierlingsbeek in gebruik
genomen. Ze werden gebouwd voor de Noord Hollandse stations Hoogkarspel en Bovenkarspel-Grootebroek,
beiden gelegen aan de Enkhuizerlijn. Opvallend; de twee nagenoeg identieke gebouwen
vervingen de oude exemplaren die ook al hetzelfde waren. Nog opmerkelijker; de
twee huidige gebouwen vertonen opvallend veel gelijkenissen met het allereerste
exemplaar van dit type, dat negen jaar eerder in het Noord Brabantse Vierlingsbeek
was neergezet. Zelfs de smalle schoorsteen keerde terug. Het is een waardige afsluiting
voor deze serie van twaalf stationsgebouwen, de cirkel is rond
Station
Bovenkarspel-Grootebroek is het voornaamste station van de gemeente Stede Broec,
dat ten westen van Enkhuizen ligt in het deel van West Friesland dat "de
Streek" wordt genoemd. Ooit waren Bovenkarspel en Grootebroek twee aparte
gemeenten, maar al sinds mensheugenis vormen de twee plaatsen -samen met Lutjebroek-
één langgerekt lintdorp. Tegenwoordig heeft de gemeente zo'n 22.000
inwoners en heeft het twee stations, die trouwens allebei in Bovenkarspel staan.
Dat tweede station -halte is eigenlijk een betere benaming- bestaat in haar huidige
vorm sinds 1977. De geschiedenis van station Bovenkarspel-Grootebroek gaat terug
tot 1885, als in dat jaar de spoorlijn tussen Hoorn en Enkhuizen gereed komt.
Langs dat traject werden drie identieke stationsgebouwen gebouwd: Westwoud, Hoogkarspel
en het onderhavige station. De gebouwen zijn (zeer waarschijnlijk) ontworpen door
M.A. van Wadenooijen ontworpen en was een wat grotere versie van het nog bestaande
stationsgebouw van het vroegere station Avenhorn. Ook waren er sterke verwantschappen
met stationsgebouwen als in Boxmeer en Hemmen-Dodewaard. De gebouwen hadden -
in tegenstelling tot "Avenhorn", opvallende trapgevels. Met de komst
van het spoor brak voor zowel Bovenkarspel als Grootebroek een nieuwe bloeiperiode
aan, want enkele jaren na de opening van het station werd veiling "de Tuinbouw"
opgericht, die op het terrein achter het station zowel een veilinggebouw als een
overlaadstation liet bouwen. Met name dat overlaadstation, met haar zes smalle
landtongen, werd een zeer markant element. Desondanks bleef de bevolkingsgroei
aanvankelijk nog redelijk bescheiden, pas vanaf de tweede helft van de twintigste
eeuw gingen de dorpen explosief groeien. De forens had het gebied inmiddels ook
ontdekt en dus konden Bovenkarspel, Grootebroek en Lutjebroek -evenals het naburige
Hoogkarspel- flink gaan uitbreiden. Wellicht was dit mede de reden om de oude
stationsgebouwen te vervangen door modernere en efficiëntere exemplaren. Zoals
al aangegeven was dit stationsgebouw één van de twee allerlaatste
standaardgebouwen "type Vierlingsbeek" dat werd gebouwd. Dit was best
wel opmerkelijk, een jaar eerder had de NS de eerste twee exemplaren van een nieuw
type standaardgebouw gerealiseerd (het Standaardtype Douma). Het stationsgebouw
van Bovenkarspel was niet alleen van het type Vierlingsbeek, het is zelfs bijna
een exacte kopie van het -inmiddels allang verdwenen- Brabantse stationsgebouw
waarnaar de serie is vernoemd. Het enige echt grote verschil is het type baksteen
dat voor dit gebouw werd gebruikt. Ook staat het bouwjaar niet meer op de uiteinden
van de betonnen liggers, iets wat trouwens bij de andere gebouwen van na 1960
ook al niet meer voorkwam. Naast de al genoemde smalle schoorsteen keerden ook
de betonportalen -welke de basis van het gebouw vormen- weer terug. Het gebouw
kreeg weer vijf traveeën, er was zelfs een bagageruimte ingebouwd. Die was
bij de twee eerdere gebouwen weggelaten, waardoor die wat kleiner waren. Overigens
zal de reden om hier het "oude" type standaardgebouw, en daar ook nog
eens de oerversie van, neer te zetten puur financieel zijn geweest. In 1965 werden
niet minder dan tien nieuwe stationsgebouwen gerealiseerd, en dat terwijl de NS
er qua financiën er niet bepaald rooskleurig voorstond. Een andere mogelijke
reden was het feit dat de spoorlijn Zaandam-Enkhuizen in die tijd een secundaire
lijn was, waar in beide richtingen slechts eenmaal per uur een dieseltrein reed
Het nieuwe stationsgebouw was trouwens niet de enige grote verandering aan het
station destijds. In de jaren zeventig werd het spoor geëlektrificeerd en
de beveiliging gemoderniseerd, werden alle goederensporen opgeruimd en verloor
het station haar eerste perron. Het treinverkeer maakt sindsdien gebruik van het
slechts vier meter brede eilandperron, waar de treinen elkaar ook nog eens kruisen.
Het stationsgebouw heeft allang geen loketfunctie meer. Nadat deze in 2005 werd
opgeheven heeft het gebouw enige jaren leeggestaan, met alle gevolgen van dien.
Maar in 2010 werd het weer opgeknapt en kreeg het een nieuwe huurder, er kwam
een Primera in. Vanaf het smalle eilandperron zijn nog altijd de flink overwoekerde
landtongen van het vroegere overlaadstation te zien... |
Boven:
Het huidige stationsgebouw van station Bovenkarspel-Grootebroek werd in 1965 in
gebruik genomen. Het gebouw is bijna een exacte kopie van het inmiddels allang
verdwenen stationsgebouw van Vierlingsbeek, al werd voor dat gebouw een ander
type baksteen gebruikt. Ook had het Brabantse stationsgebouw geen boeiboorden
om de dakrand. Station Bovenkarspel-Grootebroek doet haar dubbele naam eer aan;
het staat bijna letterlijk op de grens tussen de twee plaatsen. Dit station heeft
trouwens de op één na langste stationsnaam van ons land, na Leeuwarden
Camminghaburen... .
. Onder:
Het eilandperron is met een breedte van amper vier meter extreem smal. Oorspronkelijk
was dit een enkelzijdig perron, dat alleen voor spoor 2 gebruikt kon worden. Er
was dus een apart perron voor spoor 1, en dat verklaart ook meteen waarom het
stationsgebouw opvallend ver van het spoor staat... .
| |
| | | | Onder:
Het spoor tussen Enkhuizen en Zaandam werd in 1974 geëlektrificeerd. Deze
foto werd in 1975 gemaakt. Het Mat 64-treinstel dat hier gereed staat voor vertrek
naar Hoorn reed toen nog maar kort op dit traject. Alhoewel het eerste perron
hier nog duidelijk aanwezig is werd het op dat moment al niet meer gebruikt. Het
restant van dat perron zou zelfs nog tot in de jaren negentig blijven liggen... .
| Onder:
Eén jaar nadat het stationsgebouw in gebruik was genomen werd in de hal
dit kunstwerk onthuld, vervaardigd door H. Ittmann. Het gedeelte aan de linkerkant
stelt een Westfriese boerderij voor, aan de rechterkant is een kerk te zien. daartussenin
rijdt een trein. Of dit kunstwerk nog in de hal hangt heb ik niet kunnen bekijken,
maar waarschijnlijk is het al lang geleden verwijderd
.
| | | | | Onder:
Het eerste stationsgebouw, welke in 1885 haar deuren opende. Het gebouw was een
wat grotere van dat van het vroegere station Avenhorn. Ook deed het wel wat denken
aan het stationsgebouw van Boxmeer. Dat is niet zo verwonderlijk, de drie gebouwen
werden in ongeveer dezelfde periode door dezelfde architect ontworpen: M.A. van
Wadeooijen. Feitelijk vormden ze een serie van gebouwen, waart ook de nog bestaande
stationsgebouwen van Cuijk en Hemmen deel van uitmaken. Ook de stationsgebouw
van Boxmeer en Avenhorn bestaan nog altijd, al is Avenhorm al heel lang geen station
meer... .
| Onder:
Een fraaie ansichtkaart met daarop een luchtfoto van het stationsgebied/ Duidelijk
te zien zijn de markante insteekhaventjes, waar de aangevoerde groenten en fruit
werd overgeladen. Elke landtong had hierbij een eigen spoortje, waardoor het station
een tamelijk uitgebreid goederenemplacement had. Boven de landtongen bevond zich
het veilingcomplez "De Tuibnouw". Aan de rechterkant is het station,
met het markante, witte stationsgebouw. de luchtfoto is dus van vóór
1965. Er is inmiddels veel veranderd. De groenteveiling is allang verdwenen en
de eens zo landelijke omgeving is tegenwoordig bijna helemaal volgebouwd. Van
het omvangrijke stationsemplacement is bijna niets meer over... .
(Ansichtkaart)
| | | | | Onder:
De opvallende landtongen zijn nog altijd een zeer markant element in het landschap,
ook al zijn ze tegenwoordig overwoekerd en worden ze al heel lang niet meer gebuikt.
De groenteveiling hield rond 1976 op te bestaan, in 1980 ging het veilinggebouw
door brand verloren. Al jaren wordt gesproken over "herontwikkeling van het
gebied, met behoud van karakteristieke elementen". Dat belooft over het algemeen
niet veel goeds... .
| | | | | Onder:
De halte Bovenkarspel Flora ligt iets meer dan een kilometer ten oosten van station
Bovenkarspel-Grootebroek, aan de oostelijke rand van Bovenkarspel. De halte werd
in 1963 -onder de naam Flotaweg- in gebruik genomen, op de plek waar tussen 1885
en 1930 de stopplaats Broekerhaven was. De halte Floraweg was aanvankelijk een
evenementenhalte, waar alleen gestopt werd als er in de nabijgelegen Westfriese
Flora een tentoonstelling was. In 1977 werd het een permanent "station",
en kreeg het haar huidige naam. De jaarlijkse tentoonstelling in de Westfriese
Flora bestaat overigens niet meer, de legionella-ramp van 1999 betekende het einde
van wat ooit de grootste overdekte bloemententoonstelling ter wereld was... .
| Onder:
Vlakbij de halte Bovenkarspel Flora stond de korenmolen Ceres uit 1849. De molen
deed tot in de jaren zestig van de vorige eeuw dienst, maar raakte in de jaren
daarna steeds verder in verval. In de jaren negentig werd de molen echter weer
volledig gerestaureerd en werd ze ook weer maalvaardig gemaakt. Sindsdien draaide
de molen zo nu en dan. Ook was het een trouwlocatie. Op 31 december 2019 brandde
de molen helaas volledig uit, waarschijnlijk was vuurwerk de oorzaak van de brand.
Het is de bedoeling dat de molen weer volledig zal worden hersteld, zoals ze er
weer net zo uitziet als op deze foto uit 2018. De restauratie- en herstelwerkzaamheden
zijn overigens al begonnen. .
|
| |
| |
versie: 4-08-2020 |