|
|
De
perrons
Voor
de meeste reizigers zijn de perrons de eerste kennismaking met dit
station. En voor menigeen valt deze behoorlijk tegen, zeker als de
wanden van de overkapping weer eens besmeurd zijn met een dikke laag
graffiti. Toch is ook dit deel van het station interessant, al oogt
het op het eerste gezicht minder revolutionair dan het stationsgebouw.
Het Amstelstation heeft twee eilandperrons, die grotendeels zijn overdekt.
Wat opvalt is dat de perrons niet even groot zijn. Het tweede perron
(sporen 3 en 4) is wat breder dan het eerste perron, dat op haar beurt
weer iets langer is. Het schijnt trouwens dat het station oorspronkelijk
drie perrons had moeten tellen. Het breedste perron had hierbij het
centrale perron moeten worden, met daarop de perrongebouwen en het
seinhuis. Dat derde perron had op de plaats moeten komen waar tijdens
de bouw van het station nog de oude, laaggelegen sporen hebben gelegen.
Wellicht was het de bedoeling geweest om dit deel in een later stadium
te bouwen, maar daar kwam uiteindelijk niets meer van terecht. Of
dit derde perron ook daadwerkelijk in de planning heeft gezeten heb
ik nergens terug kunnen achterhalen, maar dat er wel degelijk rekening
mee werd gehouden is ook nu nog duidelijk terug te vinden. Zo is de
strook grond achter het station tot op de dag van vandaag onbebouwd
gebleven en maakt de trein naar Utrecht nog altijd een wat vreemd
slingerende bocht voordat deze het station binnenrijdt. Ook is de
westelijke viaduct over de Meester Treublaan wel erg breed voor het
enkele spoor dat erop ligt en hetzelfde geldt ook voor de keerwand,
naast het viaduct.
Terug naar de bestaande perrons. Op het westelijke perrons staan twee
perrongebouwen, waarvan er momentheel nog één voor het
publiek in gebruik is. Dit is ook meteen het grootste gebouw en het
is momentheel als Kiosk in gebruik. Oorspronkelijk was het een wachtruimte,
maar ik neem aan dat er al sinds mensheugenis versnaperingen kunnen
worden gekocht. Aan de zuidkant van het perron staat een tweede, en
veel kleiner gebouwtje. Ooit waren hier de toiletten, maar momentheel
bevat het technische installaties en is het dus niet meer voor het
publiek toegankelijk. Ik vraag me sterk af of dit nog wel hetzelfde
gebouwtje is, het lijkt er eerder op dat het oorspronkelijke toiletgebouwtje
is verdwenen. Er was ooit nog een derde gebouwtje, dat oorspronkelijk
een seinpost was. Deze stond halverwege het perron, tussen de twee
trappen naar de perrontunnel. Op die plaats staat nu de lift. Die
liften staan er trouwens nog maar betrekkelijk kort, zo'n jaar of
twaalf geleden werden deze geïnstalleerd. Tot die tijd beschikte
het station over hellingbanen.
Al zullen er niet zoveel mensen direct oog voor hebben, de perronoverkapping
is voor zijn tijd behoorlijk geavanceerd. Dat begint eigenlijk al
direct met de hoogte ervan, die is namelijk voor een vooroorlogse
overkapping behoorlijk laag. Al tijdens het ontwerpen van het station
werd er van uit gegaan dat stoomtractie op de vernieuwde lijn naar
Utrecht tot het verleden zou behoren en er dus geen hoge boogkap meer
nodig was. De kap kon daardoor laag blijven en worden voorzien van
een eenvoudig plat dak. Hoewel,.., plat? Boven de perrons is deze
over bijna de volle lengte voorzien van lichtstraten, één
boven het eerste perron en twee boven het tweede. Ook boven de sporen
zijn smalle lichtstroken, maar bij nadere beschouwing lijken deze
er ook om een andere reden te zitten. De platte kap is rondom voorzien
van wanden van metaal en vooral veel glas, zodat er ook op de perrons
opvallend veel daglicht is. De wanden zijn overigens niet dragend.
Daarvoor zorgen gekoppelde portaalspanten. Deze hebben min of meer
dezelfde vorm als die in de hal, zij het dat die van de overkapping
uit H-profielen bestaan en bovendien aanzienlijk lager en smaller
zijn. Diezelfde spanten hebben trouwens een dubbele functie. Want
(het begint bijna een saai verhaal te worden met al die primeurs..)
als allereerste station van Nederland beschikt station Amstel al van
meet af aan over bovenleidingen, waarbij de spanten van de overkapping
tevens de bovenleidingportalen zijn. En om nog even terug te komen
op die lichtstroken boven de sporen; die zitten er mede vanwege die
bovenleiding. Daar was bij de constructie al rekening gehouden. Ook
dit was een overduidelijk signaal dat het station al vooruitliep op
een nieuw tijdperk zonder stoomtractie... |
|
Boven
en onder: De perronoverkapping lijkt op het eerste gezicht een
eenvoudige platte doos te zijn. Toch is het best een interessante
constructie, die in zijn tijd ook nog eens behoorlijk geavanceerd
was. Het werd vervaardigd door De Vries Robbé uit Gorinchem,
dat trouwens ook de staalconstructies van het stationsgebouw maakte.
De basis wordt gevormd door gekoppelde portaalspanten. Qua vorm
doen ze denken aan de grote spanten in de hal van het station.
Dankzij het vele glas in de wanden en op het dak is het ook op
de perrons erg licht. Zelfs boven de sporen lijken lichtsleuven
te zijn aangebracht, maar daar zit geen glas. Het dak verspringt
daar enige centimeters. Dit was enerzijds voor de ventilatie gedaan,
anderzijds omdat anders de bovenleiding niet past. Want de hoogte
van de overkapping is -zeker voor die tijd- opvallend gering.
Tijdens het ontwerpen van het station werd er namelijk vanuit
gegaan dat er geen stoomtractie meer op dit station zou komen.
Dat viel in die eerste jaren trouwens nog behoorlijk tegen...
|
|
|
|
|
|
|
Onder
(beide foto's): Het perrongebouw staat op het brede westelijke
perron, waar het opvallend ver op de zuidelijke helft ervan
lijkt te staan. Toch staat het vlakbij de perrontrap. Die trappen
leiden naar een brede tunnel, waadoor ze op het perron nogal
wat ruimte innemen. En doordat er maar één perrongebouw
is valt die wat afzijdige ligging extra op. Tegenover de andere
trap was vroeger namelijk de hellingbaan. Het gebouw oogt eenvoudig,
maar past helemaal in de stijl van het station. Zo zijn de kopgevels
gebogen, net zoals die van de dwarshal. De wanden bestonden
bijna helemaal uit glas, dat tegenwoordig echter voor het overgrote
deel dichte panelen zijn. De achtergevel (links) verkeert nog
in de authentieke staat, waarbij de deuren zelfs nog hun originele
verchroomde deurgrepen hebben. Dit in schril contrast met de
andere kopgevel. Het platte dak heeft een opvallende, brede
koperen lijst. Langs de zijgevels zijn in totaal vier vierkante
omtrekkingen te zien, waarin de portaalspanten van de overkapping
zijn verwerkt. Dit zorgt voor een aardig stukje optisch bedrog;
van een afstandje lijkt het een zelfstandig gebouwtje te zijn,
maar in werkelijkheid is de overkapping er in geïntegreerd.
Dat beeld wordt versterkt doordat er tussen de twee "ingekapselde"
spanten nóg een portaalspant staat, dat op haar beurt
weer helemaal los van het gebouw staat
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Het seinhuis van het Amstelstation, hier gezien vanuit de metro.
Het is een wat wazige afbeelding, maar wel de enige bruikbare
die ik kon vinden. Deze post T bevond zich halverwege het perron,
tussen de twee trappen. Het heeft tot het najaar van 1975 dienstgedaan.
Ten tijde van deze afbeelding (1977) had het haar oorspronkelijke
functie dus al verloren. Het werd in die tijd gebruikt als dienstruimte
voor het personeel van het G.V.B. Ergens in de jaren tachtig werd
het gesloopt, op de plaats waar post T ooit stond staat nu een
glazen lift.
|
Onder:
Sinds enige jaren zijn de wandschilderingen in de stationshal
ook op de vier uiteinden van de perronoverkapping te zien. Uiteraard
zijn dit geen schilderingen, maar kopieën die op lichtdoorlatend
folie zijn geprint.
|
|
|
|
|
Onder
(beide foto's): Het Amstelstation telt twee perrons en vier perronsporen,
waarvan er twee door de metro worden gebruikt. Het schijnt dat
het station eigenlijk drie perrons had moeten hebben, dat derde
perron had dan aan de westzijde moeten liggen. Ik heb daar nergens
concrete bewijzen voor kunnen vinden, maar dat wil niet zeggen
dat die plannen niet hebben bestaan. Sterker nog: op de foto links
is duidelijk te zien dat er wel degelijk rekening werd gehouden
met een eventuele uitbreiding. Zo is het westelijke viaduct over
de Meester Treublaan geschikt voor dubbelspoor en maakt de trein
naar Utrecht een wel heel ruime bocht voordat deze het station
binnenrijdt. Ook is het stuk grond direct achter het station tot
op de dag van vandaag onbebouwd gebleven (foto rechts).
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Een opmerkelijk stukje nostalgie dat tot op de dag van vandaag
wordt gebruikt. Het is het vertrekseinlicht voor spoor 1. Het
bijzondere is niet alleen dat dit een oud model is, het komt waarschijnlijk
nog uit 1939, maar vooral de locatie is erg opvallend. Het staat
halverwege het perron en dichter bij de trap dan bij de perronrand.
Vertrekseinlichten horen normaal gesproken bij het einde van een
perron(fase) te staan, duidelijk zichtbaar voor de machinist.
Overigens is een dergelijke situatie ook nog op station Amsterdam
Muiderpoort aan te treffen. Daar hangt het -eveneens dubbel uitgevoerde-
vertrekseinlicht van spoor 9 ergens halverwege het perron in de
overkapping...
|
Onder:
Een ander opvallend (of beter: ónopvallend!) detail van
het Amstelstation zijn de cijferborden, zoals deze langs spoor
4. Cijferborden zijn blauwe ruitvormige borden, al dan niet voorzien
van een wit cijfer. Bestaat een treinstel bijvoorbeeld uit zes
zogenoemde "bakken", dan stopt de machinist bij het
bord met het nummer 6. Normaal gesproken staan deze borden op
of bij het perron, maar op dit station zijn ze aan de overkapping
bevestigd. Vanwege de beperkte ruimte zijn de bordjes veel kleiner
dan normaal, zo klein dat de cijfers nauwelijks leesbaar zijn...
|
|
|
|
|
versie: 15-08-2014 |