|
|
Spoorwegwerken
Oost
Halverwege
de jaren twintig van de twintigste eeuw was er aan de chaotische toestanden
in Amsterdam-Oost nog nauwelijks iets veranderd. Integendeel zelfs,
want door en door de onverminderde groei van de stad en door het toegenomen
verkeer was het er alleen maar erger op geworden. Dat gold uiteraard
ook voor de hoeveelheid klachten met betrekking tot de overwegen,
die vaker dicht dan open leken te zijn. Voor het Amsterdamse gemeentebestuur
was ondertussen de maat allang vol en had -al jaren tevoren- een commissie
in het leven geroepen om uit te zoeken hoe de verkeerssituatie in
Amsterdam-Oost kon worden verbeterd. Het was al heel snel duidelijk
dat hier gigantische bedragen mee gemoeid zouden zijn, veel te groot
voor alleen de gemeente Amsterdam. Dit was in de tijd dat de Eerste
Wereldoorlog was uitgebroken en hoewel ons land niet direct bij deze
oorlog betrokken was, waren de gevolgen ervan wel degelijk merkbaar.
De twee grote spoorwegmaatschappijen raakten beiden in grote financiële
moeilijkheden en werden gedwongen om intensief te gaan samenwerken.
Ook zij zagen wel de noodzaak tot verbeteringen in, maar beschikten
niet over de nodige geldelijke middelen. Het Rijk ging zich er nu
ook mee bemoeien en na heel veel onderhandelen was er aan het einde
van de jaren twintig een oplossing over de verdeling van de kosten
van het circa 28 miljoen gulden kostende project. Opmerkelijk genoeg
waren op dat moment al grootschalige verbouwingen aan het spoor in
Amsterdam gaande, maar dan in het westen van de stad. En ook hier
ging het om ingrijpende verbouwingen. Zo werd -onder andere- het Centraal
Station fors uitgebreid en ook hier werden de sporen opgehoogd.
Terug naar Amsterdam-Oost, waar men in 1932 (eindelijk) een definitief
plan kon presenteren. De sporen tussen het Centraal Station en Diemen
en naar Duivendrecht werden opgehoogd en de sporen naar Utrecht meteen
ook geëlektrificeerd. Bovendien werden de sporen tussen het Centraal
Station en station Muiderpoort nu zo gelegd dat de diensten naar Utrecht
en Hilversum onafhankelijk van elkaar kon worden uitgevoerd. De diverse
goederenemplacementen werden samengevoegd tot één groot,
nieuw rangeerterrein in de Watergraafsmeer. De Binnenhaven, bij de
Dijksgracht, werd dichtgegooid om zo plaats te maken voor een nieuw
opstelterrein. Tot slot werden twee nieuwe stations gebouwd, Muiderpoort
en Amstel. Het nieuwe station Muiderpoort werd gebouwd in de splitsing
tussen de spoorlijnen naar Utrecht en Hilversum, station Amstel verving
het oude Weesperpoortstation.
Tijdens het maken van de definitieve plannen diende zich een nieuw
probleem aan. In het najaar van 1929 ontketende een beurskrach een
enorme wereldwijde economische crisis. Die crisis werd vanaf het begin
van de jaren dertig ook in Nederland voelbaar, met als direct gevolg
een alsmaar stijgende werkloosheid. Dat het plan uiteindelijk toch
werd doorgezet was niet in de laatste plaats te danken aan de toenmalige
Amsterdamse wethouder De Miranda, die de werkloosheid in Amsterdam
te lijf wilde gaan met werkverschaffingsprojecten. De twee bekendste
van deze projecten in Amsterdam waren de aanleg van het Amsterdamse
Bos (het zogenoemde Boschplan) en de Bosbaan. Maar ook de aanleg van
het Flevopark in Amsterdam-Oost en dus ook deze "Spoorwegwerken-Oost",
zoals het plan al snel werd genoemd, werden als werkverschaffingsprojecten
aangemerkt.
In februari 1934 werd dan eindelijk gestart met de omvangrijke werkzaamheden,
die zo'n acht jaar in beslag zouden nemen. Het belangrijkste deel
van de werken, de verhoogde sporen richting Hilversum en Utrecht en
de nieuwe stations Amstel en Muiderpoort, werden op 15 oktober 1939
feestelijk in gebruik genomen. Opmerkelijk detail: dat was precies
vijftig jaar na de opening van het Centraal Station, een gegeven waar
bij de opening trouwens ook aan werd gerefereerd. De Spoorwegwerken
Oost waren toen overigens nog niet helemaal voltooid, er zou hierna
nog zo'n 2,5 jaar aan gewerkt worden. Hierbij heeft het uitbreken
van de Tweede Wereldoorlog ongetwijfeld voor enige vertraging gezorgd,
maar onder leiding van de Duitse bezetter werden de werkzaamheden
wel weer hervat. De Spoorwegwerken Oost werden in 1942 voltooid. Toen
werd helaas ook duidelijk waarom de Duitsers het werk voort lieten
zetten; nog in datzelfde jaar werden de eerste Amsterdamse Joden per
trein vanaf het Oostelijk Havengebied en vanaf het Muiderpoortstation
afgevoerd naar de concentratiekampen
|
|
|
|
Boven:
In het voorjaar van 1938 is de aanleg van het verhoogde spoor
in volle gang. Voor het aanleggen van de spoordijken was heel
veel zand nodig. Dat zand werd gewonnen in een afgraving bij Crailo,
even ten noordwesten van Hilversum (rond de plaats waar zich nu
de "Stapelplaats Crailoo" van Railpro bevindt). Tot
op de dag van vandaag herinneren de langwerpige, rechthoekige
plassen ten westen van het spoor hieraan. Deze foto werd genomen
vanaf een viaduct over het spoor bij de overweg Beukenweg/Maritzstraat.
Aan de rechterkant is de Tugelaweg te zien, aan de andere kant
de Vrolikstraat. Wat vooral opvalt is dat men alle ruimte heeft
om te bouwen. Er lagen hier dan ook niet minder dan negen sporen,
waarvan er twee tramsporen van de Gooische Tram waren. Daarvan
bleven uiteindelijk maar twee laaggelegen sporen over, zodat er
in ieder geval nog treinverkeer mogelijk bleef. De Gooische Tram
zou hier nooit meer terugkeren. Nadat de werkzaamheden hier waren
voltooid bleef dus nog een aanzienlijke strook grond over, hierop
werd aan het begin van de jaren vijftig de Populierenweg gebouwd.
|
|
|
Onder:
En zo ziet diezelfde omgeving er bijna tachtig jaar later uit.
Dit is die Populierenweg, maar dan nu gezien in de richting
van de Maritzstraat. De oriëntering is dus in tegenovergestelde
richting ten opzichte van bovenstaande foto. Het is haast niet
meer voor te stellen dat hier tot wel negen sporen gelijkvloers
hebben gelegen...
|
|
|
|
|
|
Onder:
De Oosterdokssluisbruggen, even ten oosten van het Amsterdamse
Centraal Station. Op het eerste gezicht lijkt dit een wat
vreemde foto op een paginareeks dat het Amstelstation als
thema heeft. Deze markante rolbasculebruggen zijn echter
óók een onderdeel van de Spoorwegwerken Oost.
De drie spoorbruggen -met elk twee sporen- werden in de
tweede helft van de jaren dertig gebouwd, waarmee de capaciteit
ten oosten van het Centraal Station aanzienlijk werd vergroot.
De bruggen waren overigens één van de allereerste
onderdelen van de Spoorwegwerken Oost dat gereed kwam.
|
|
|
|
|
Onder:
De werkzaamheden nabij het nieuwe Amstelstation, ter hoogte van
de brug over de Ringvaart en gezien in de richting van de Schollenburgstraat.
Aan de linkerkant zijn de "oude" verlegde sporen richting
station Weesperpoort te zien. De twee sporen op de voorgrond lijken
hulpsporen te zijn, die dienst doen terwijl het hoofdspoor wordt
verplaatst. Helemaal aan de rechterkant is een deel van het nieuwe
dijklichaam te zien. Het is en blijft verwonderlijk hoeveel haast
men in die tijd kennelijk had met de elektrificatie van het spoor.
In plaats van het nieuwe hooggelegen spoor af te wachten, kwam
het spoor richting station Weesperpoort in 1938 onder de draad.
Hier is duidelijk te zien dat de verlegde sporen van bovenleiding
wordt voorzien
Bron:
Beeldbank Stadsarchief Amsterdam (bestandsnr: 010003019152)
|
Onder:
Op 15 oktober 1939 werden de stations Amstel en Muiderpoort gelijktijdig
feestelijk in gebruik genomen. Op die bewuste dag was het ook
precies 50 jaar geleden dat het Amsterdamse Centraal Station werd
geopend. Alhoewel het zeer waarschijnlijk puur toeval was dat
dit samenviel, op de eerste plaats werden de twee stations op
die dag geopend omdat toen de winterdienstregeling inging, werd
er tijdens de opening wel degelijk aan gerefereerd. De enorme
hal van het Amstelstation kwam al meteen goed van pas. Hier werd
de officiële opening verricht door de toenmalige minister
van verkeer en waterstaat Albarda. In zijn toespraak hoopte deze
vurig dat: "
de vruchten van den arbeid zullen worden
genoten door een vrij volk in een vrij land
". De Tweede
Wereldoorlog was toen inmiddels al uitgebroken
|
|
|
|
|
|
versie: 5-05-2014 |