Amsterdam Amstel is, samen met het naburige
Muiderpoortstation, één van de allereerste NS-stations
die in Nederland zijn gebouwd. Het werd in 1939 gebouwd als onderdeel
van een grootschalig werkgelegenheidsproject dat was ingesteld door
de Amserdamse wethouder De Miranda, in Amsterdam. Onderdeel van
dit werkgelegenheidsplan was het ophogen van de spoorbaan ten oosten
van Amsterdam CS, de aanleg van één groot rangeerterrein
met werkplaatsen in de Watergraafsmeer en de bouw van twee nieuwe
stations.
Het Amstelstation werd, zoals gezegd, in
1939 gebouwd en verving het oude Weesperpoortstation. De dienstregeling
naar Utrecht werd daardoor een stuk eenvoudiger uit te voeren. Ten
opzichte van het Weesperpoortstation ligt Amstel echter wel een
stuk zuidelijker, destijds aan de rand van de stad. Daardoor lag
het wat ongunstig. Er werd een eindpunt voor een tramlijn, een busstation
en en een taxi-standplaats aangelegd. Daarmee werd het Amstelstation
infeite één van de eerste echte openbaar vervoerknooppunten
van Nederland. Het stationsgebouw staat
loodrecht ten opzichte van de perrons. Daardoor ontstonden twee
ingangen aan beiden zijden van het gebouw eneen blinde muur aan
het uiteinde ervan. Aan de noordkant van het gebouw kwam een plein
voor taxi's en voorrijstrook voor "halen/brengen" (kiss-and-ride
kende men nog niet). Aan de zuidelijke kant werd een busstationaangelegd.
De tramhalte kwam tegenover de blinde muur. Via een tunnel bereikt
men de stationshal.
In de jaren zeventig werd het Amstelstation
ingrijpend verbouwd. Van de vier perron-sporen bleven alleen de
buitenste twee over. Op de plaats van de twee middensporen werd
de nieuwe metrolijn aangelegd. En daarmee werd Amstel hèt
schoolvoorbeeld van een openbaar vervoersknooppunt waarin alle vormen
van openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro en taxi) samenkomen.
|
|