Home ]Terug naar de eerste pagina ] [ Vorige pagina ]
  
 
ZAANDAM

 

Het huidige station

  
  
  
  
  
  
  
  

Zoals reeds aangegeven was de bouw van het huidige station onderdeel van een veel groter plan, waarbij de aanleg van het Hemspoortunnel het voornaamste onderdeel was. Maar ook de directe omgeving van het nieuw te bouwen station werd hierin meegenomen. De ruggengraat werd gevormd door een overdekte traverse, waaraan het station, een overdekt winkelcentrum, kantoren en een hotel werden gekoppeld. Het stationsgebouw werd daarbij als een viaduct over de perrons geplaatst. Om te voorkomen dat de herkenbaarheid van het station verloren zou gaan in een betonmassa ontwierp architect P.A.M. Kilsdonk een -voor die tijd- bijzondere perronoverkapping. Deze bestaat uit een zogenoemd spaceframe, opgebouwd in een systeem dat MERO of BJMB wordt genoemd. MERO staat voor Mengeringhausen Rohrbauweise, vernoemd naar de uitvinder van het systeem: Max Mengeringhausen. De afkorting BJMB (Ball Joint Modular Building) wordt ook wel eens gebruikt. Met die laatste wordt feitelijk de opbouw van het systeem bechreven; stalen stangen worden middels metalen bollen met elkaar verbonden. Dankzij de piramide-vormige wijze waarin de stangen zijn geplaatst kan men een grote overspanning met weinig steunpunten maken. Helemaal nieuw was het systeem destijds niet in de stationsbouw, architect J. Bak gebruikte het eerder al voor het -inmiddels gesloopte- station van Breda uit 1975. Voor het Zaanse station voegde Kilsdonk iets extra's toe; het spaceframe kreeg een rode coating. Dit zou kenmerkend worden voor de stations die deze architect in de tweede helft van de jaren tachtig zou ontwerpen. Diezelfde rode coating werd ook aangebracht op de raatliggers die voor het dak van het stationsgebouw werden gebruikt.
Oorspronkelijk waren er in het gebouw een plaatskaartenkantoor, een restaurant en wat winkeltjes (bloemenzaakje, krantenkiosk) te vinden. In het gebouw is nauwelijks te zien dat de basis van het gebouw vooral uit beton bestaat, en dat is best wel knap geconstrueerd. Het vele glas -zowel in het gebouw als in de overkapping- maakt het station opvallend licht en vanuit de hal - welke in feite een voortzetting van de genoemde traverse is- heeft men een fraai uitzicht op de perrons beneden. Toch zijn er ook wat minder geslaagde details. Allereerst is er een fors hoogteverschil in de overkapping. Bij het stationsgebouw is deze het hoogst. Ze daalt vervolgens parallel met de trap naar beneden, zodat de beschutting op het perron niet door een veel te hoge overkapping teniet wordt gedaan. Een logische oplossing, maar staande op het bordes wordt het uitzicht vooral gedomineerd door de rode (inmiddels witte) buizenconstructie. Om toch voor wat variatie te zorgen waren aan het spaceframe twee enorme doeken aangebracht, ontworpen door beeldend kunstenares L. van der Horst. Een nogal vreemd detail is de -mijns inziens- nogal knullige wijze waarmee de perronoverkapping met het stationsgebouw is verbonden. De stationsgebouw en de perrons staan namelijk net niet in een rechte hoek van negentig graden. Om beiden toch te kunnen verbinden bedacht architect Kilsdonk een halfronde lichtstraat, die duidelijk zichtbaar breder wordt. Aan de centrumzijde is deze ruim drie meter breed, aan het andere uiteinde is dit iets meer dan één meter. Kennelijk was het niet mogelijk de overkapping aan één zijde iets langer te maken. Een groot nadeel van dit station is dat de beschutting op de perrons niet optimaal is, ondanks de breedte van de overkapping. Daarnaast liet ook de herkenbaarheid wat te wensen over. Als station "an sich" was deze uitstekend, vooral dankzij die prominente overkapping. Maar de ingang bleek (en blijkt nog altijd) een heel ander verhaal. Het station was destijds ontworpen als onderdeel van een veel groter plan, waarbij het letterlijk werd ingeklemd tussen kantoren, een winkelcentrum, een hotel en een drukke doorgaande weg. En dat alles was gebouwd volgens de toen geldende trend: grootschalig en een nietszeggende architectuur. Aan het begin van de huidige eeuw werd daarom een herontwikkelingsplan ontwikkeld, waarbij in feite dezelfde onderdelen uit de jaren tachtig van een nieuw jasje werd voorzien. Daarbij valt vooral de zeer herkenbare -en vooral zeer Zaanse- bouwstijl op, die zowel in binnen- als buitenland veel opzien baarde. Ook het station werd in het project "Inverdan" meegenomen. Het kreeg aan de centrumzijde een nieuwe, bijpassende entree. Deze is al van ver zichtbaar en een groot uurwerk op de gevel zou een duidelijk herkenningspunt moeten zijn. Helemaal geslaagd is het echter niet, wellicht had een NS-logo onder (of naast) die klok geholpen. Vreemd genoeg is dit bij de westelijke ingang juist wel gelukt. Aanvankelijk was ook daar een wat onduidelijke toegang, wat verstopt in een hoek van een kantoorpand. Architect P.H. van der Rhee transformeerde deze in 1996 om tot een volwaardige entree. Achteraf bezien bleek dit het begin van een tijdperk waarin het station vrijwel continue in staat van verbouwing was. Een tijdperk dat ruim een kwart eeuw heeft geduurd en pas onlangs werd afgesloten…

.
Boven en onder: Het station zoals het er in 2002 uitzag. Op beide foto's is het kenmerkende rode spaceframe van de overkapping duidelijk te zien. Op de foto hierboven is de oude ingang van het station te zien, welke niet meer was dan een overdekte trap met schuifdeuren er voor. Helemaal links nog net het uiteinde van het stationsgebouw, met de hoge, betonnen liftschacht. Het gebouw lijkt hier een extra verdieping te hebben, maar dat is optisch bedrog. In werkelijkheid is het de bovenste etage van een vijf bouwlagen tellend kantoorpand. Die is trouwens allang verdwenen, datzelfde geldt ook voor de ingang. De traverse over de Provincialeweg was toen al gesloopr. Op de foto hieronder is goed te zien dat de overkapping bij het stationsgebouw een stuk hoger is, waarbij dat gedeelte volledig door glazen panelen wordt omhuld. Het dak van de overkapping is eveneens van veel glas voorzien, waardoor het op de perrons behoorlijk licht is. Op de foto zijn de trappen en roltrappen naar het stationsgebouw goed te zien. Overigens zijn beide foto's anno 2023 niet meer te maken vanaf dat standpunt, op deze plek staat tegenwoordig het stadhuis...
.
 
 
Onder (beide foto's): Het interieur van het stationsgebouw, links zoals het er in de jaren negentig uitzag en rechts een foto uit 2014. Daarbij moet meteen worden opgemerkt dat de foto rechts in tegenovergestelde richting is genomen. Ondanks het feit dat de ruimte in de tussentijd al meer dan eens is verbouwd, bleef het al die jaren herkenbaar. Dat kwam mede door de kenmerkende rode raadliggers, iets wat architect Kilsdonk in die tijd vaker ging gebruiken. Oorspronkelijk waren in deze ruimte een loketruimte, een restauratie, een bloemenzaak en een krantenkiosk te vinden. Het restaurant verdween en er kwam een Kiosk. Inmiddels is deze plek bijna onherkenbaar veranderd, maar aan het plafond zijn nog altijd de bekende raadliggers te zien. Overigens behield dit station opvallend lang haar loket, pas sinds 2020 zijn treinkaartjes hier uitsluitend via de automaat te koop...
.
Bron: Stations in de Benelux
(site bestaat niet meer…)
 
 
Onder: Vanuit de hal is er een interessant uitzicht op de perrons, al moet men daarvoor wel schuin naar beneden kijken. Het rode (inmiddels witte) spaceframe is namelijk zeer nadrukkelijk in het blikveld aanwezig. Om toch voor wat afwisseling te zorgen waren aan de overkapping twee enorme kunstof zeilen gehangen. Dit kunstwerk "Vleugels" genaamd, werd bedacht door beeldend kunstenares C.L. van der Horst. Zij was de dochter van de beroemde beeldhouwer Wenkebach en ontwierp dit kunstwerk speciaal voor dit station. Helaas raakte het in de loop van de jaren ernstig vervuild en misschien was dat ook wel de reden waarom het werd weggehaald. Erg jammer, want met de huidige kleurstelling van het spaceframe was het veel beter tot haar recht gekomen...
.
 
 
Onder: Al sinds de opening van het huidige station is er een eigen toegang voor het gebied ten westen van het spoor. Aanvankelijk was deze wat weggestopt aan de zijgevel van een vijf etages tellend kantoorpand. In 1996 werd dan ook een nieuwe toegang gebouwd naar een ontwerp van architect P. H. van der Rhee. Deze valt niet alleen veel meer op, dankzij de toevoeging van een lift en een roltrap werd deze ook veel beter bereikbaar.
.
Onder: In 2012 kreeg het station een nieuwe entree. Deze kwam in een opvallend hoog Zaans huisje en werd aan het nieuwe stadhuis gebouwd. Op zowel dat stadhuis (hier niet te zien) als deze stationstoegang kwamen knipogen naar het Zaanse verleden. Op het gemeentehuis prijken trots de wapens van de zeven vroegere gemeentes die thans de gemeente Zaanstad vormen. De twee walvissen van het huidige gemeentewapen zijn boven de ingang van het station aangebracht…
.
 
 

 

  Free counter and web stats versie: 2-11-2023