In 2024 is het precies een halve eeuw geleden dat de
gemeente Zaanstad ontstond, een fusiegemeente, waarin de toenmalige gemeenten
Zaandam, Zaandijk, Koog aan de Zaan, Westzaan, Wormerveer, Krommenie en Assendelft
zijn samengevoegd. Zaandam werd hierbij de "hoofdplaats", het was en
is immers het kloppend hart van zowel deze gemeente als de Zaanstreek als geheel.
Nu wil het toeval dat ook de huidige stad Zaandam is ontstaan als een soort fusie
tussen twee eerdere plaatsen: Oostzaandam en Westzaandam werden in 1811 door Napoleon
bij elkaar gevoegd. Een jaar later kreeg Zaandam stadsrechten, één
van de laatste plaatsen die deze kregen, trouwens. Zaandam en de Zaanstreek zijn
wereldberoemd. Elk jaar weer wordt de Zaanse Schans door talloze, voornamelijk
buitenlandse toeristen bezocht en ook het Czaar Peterhuisje is al sinds mensheugenis
een populaire trekpleister. Wat wellicht iets minder bekend is, is dat de Zaanstreek
het oudste industriegebied van Europa is, met een geschiedenis die zelfs tot het
einde van de zestiende eeuw teruggaat. Ooit stonden er honderden molens in het
gebied; zoals verfmolens, oliemolens en houtzaagmolens. In de negentiende eeuw
werden de meeste molens vervangen door fabrieken. Met name de levensmiddelenindustrie
werd zeer bepalend en is tot op de dag van vandaag nog aanwezig aan de Zaan. Er
zijn echt talloze merken en bedrijven die haar oorsprong in deze streek hebben,
of er nog altijd gevestigd zijn. Denk hierbij aan Verkade, Honig, Duyvis, Lassie
(rijst), Forbo (vloeren), Bruynzeel (deuren) en -uiteraard- Albert Heyn. Op het
Hembrugterrein, het gebied tussen Zaandam en het Noordzeekanaal, is meer dan een
eeuw lang een munitiefabriek geweest. De gebouwen van de "Artillerie-Inrichtingen"
staan er nog steeds en zijn inmiddels een museum. Een heel andere tak van bedrijvigheid
in dit gebied was de walvisvaart, die vooral in de zeventiende em achttiende eeuw
van belang was. Hoewel lang niet iedereen trots is op deze geschiedenis, wordt
deze middels het gemeentewapen van Zaanstad wel levend gehouden. Zoals al zo
vaak is gebeurt was ook hier de komst van het spoor een enorme stimulans voor
de sterk groeiende industrie. Datzelfde gold trouwens ook voor het Noordzeekanaal,
die ongeveer in dezelfde periode werd aangelegd. De spoorlijn was er wat eerder,
deze werd in het najaar van 1869 in gebruik genomen. Het Noordzeekanaal volgde
enige jaren later. Zaandam kreeg een station aan de Staatslijn Den Helder - Amsterdam,
één van de spoorlijnen die destijds van overheidswege werden aangelegd.
De aanleg begin in Den Helder, van waaruit in 1865 Alkmaar werd bereikt. Twee
jaar later was het spoor doorgetrokken tot Uitgeest en nog eens twee laar later
was de aanleg tot Zaandam gevorderd. Daar stokte de bouw voor enige jaren. Oorzaak
hiervan was mede het graven van het reeds genoemde Noordzeekanaal, welke pas in
1876 was voltooid. En omdat spoorwegmaatschappij H.IJ.S.M., die deze Staatslijn
exploiteerde, al een alternatieve route naar Amsterdam had gebouwd (vanaf Uitgeest
via Beverwijk en Haarlem), leek men ook niet zoveel haast te hebben. Toch werd
de spoorverbinding tussen Zaandam en Amsterdam voltooid, al moest men daar nog
tot 1878 op wachten. Met de totstandkoming van de Hembrug was Staatslijn K definitief
gereed en had Amsterdam een rechtstreekse verbinding met Den Helder. In 1885 werd
station Zaandam uitgebreid, toen in dat jaar de spoorlijn naar Hoorn gereedkwam.
Een jaar later werd deze doorgetrokken naar Enkhuizen, waar ze aansloot op een
bootverbinding naar Stavoren. Omdat station Zaandam aan één van
de oorspronkelijke Staatslijnen (Staatslijn K) was gebouwd kreeg het een standaard
stationsgebouw, en wel één van het type derde klasse. Het was de
latere versie van dit type gebouw, dus met de afgeschuinde hoeken in het middendeel.
Helemaal standaard was het gebouw bepaald niet, zo was het iets groter dan de
overige gebouwen van dit type. Ook kreeg het twee separate eindgebouwtjes, die
middels een muur met het hoofdgebouw waren verbonden. Bovendien was het gebouw
-zeker voor een zogenoemd Waterstaatstation- opvallend uitbundig versierd, zo
kreeg de voorgevel een uurwerk in een opvallende omlijsting. Ook aan de perrongevel
was goed te zien dat het gebouw wat uitgebreider was uitgevoerd. Over de volle
lengte van het gebouw was een luifel aangebracht. Dit type perronoverkapping,
met haar kenmerkende knik, zou later terugkeren bij de grotere gebouwen aan de
latere Staatslijnen. Overigens zou dit gebouw, in grote tegenstelling tot haar
soortgenoten, niet door architect K.H. van Brederode zijn ontworpen, maar door
A.L. van Gendt. Helemaal zeker is dit niet, maar het verklaart wel het afwijkende
uiterlijk van het gebouw. In Zaandam scheen men niet zo blij geweest te zijn
met het station, en dan met name het stationsgebouw. Toen in 1907 de nieuwe Hembrug
in gebruik werd genomen werd reeds geopperd ook meteen het stationsgebouw te vervangen.
Dat gebeurde niet, maar uiteindelijk vond er in de jaren twintig van de twintigste
eeuw wel een grote verbouwing plaats. Er kwam een nieuw, extra lang eilandperron,
welke werd voorzien van perrongebouwen en een forse overkapping. Een overdekte
luchtbrug zorgde ervoor dat het perron was te bereiken, al bleef de gelijkvloerse
spoorovergang ook gehandhaafd. Enkele jaren later werd de Zaanlijn geëlektrificeerd. |
(Ansichtkaart)
Boven:
Het eerste stationsgebouw van Zaandam was een wat grotere versie van het Waterstaatstation
type derde klasse, zoals deze er na 1867 uitzagen. Niet alleen het formaat was
afwijkend, ook de rijke gevelversiering was allesbehalve standaard. Zo hadden
de hoeken pilasters van een lichte soort (natuur)steen en had het een uurwerk
in een rijkelijk versierde omlijsting op de dakrand. Van dit gebouw wordt gezegd
dat het door A.L. van Gendt was ontworpen, die weliswaar het standaardontwerp
als uitgangspunt nam, maar er wel een eigen draai aan gaf. Op deze ansichtkaart
is te zien dat er een soort tochtportaal voor de ingang staat, deze werd aan het
begin van de twintigste eeuw geplaatst. Daarboven is een dubbelzijdig uurwerk
te zien, deze verving de klok die boven de dakrand was geplaatst. niet veel later
werd ook de markante omlijsting verwijderd... .
Onder:
Hetzelfde gebouw, maar dan zoals het er in haar nadagen uitzag. Het tochtportaal
is allang weer verdwenen, boven de ingang is nu een luifel. Het uurwerk hangt
er nog wel. Door luchtvervuiling is het gebouw een stuk donkerder geworden en
oogde het daardoor veel minder aantrekkelijk. Toen deze foto werd gemaakt (1977)
waren de dagen van het gebouw al geteld. Het moest toen nog zo'n zes jaar mee,
aan onderhoud werd ogenschijnlijk nauwelijks meer gedaan... .
|