|
|
De
houten "directiekeet"
|
|
|
Maatschappij: |
Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij
(NRS) |
Bouwjaar:
|
1855 |
Gesloopt: |
1913 |
|
|
|
|
Het had trouwens maar weinig gescheeld of
het spoor tussen Gouda en Utrecht had niet langs Woerden maar langs
Oudewater gelopen. In laatstgenoemde stadje zou dan een station
komen en in Woerden niet. Tegenwoordig is dit bijna niet meer voor
te stellen, maar vergeet niet dat Oudewater in die tijd (rond 1855)
nog een behoorlijke, middelgrote stad was. Uiteindelijk wist het
stadsbestuur van Woerden de NRS zover te krijgen dat de spoorlijn
via hun stad zou gaan lopen.
Zoals al aangegeven was het eerste stationsgebouw een eenvoudige
houten "directiekeet". Het was destijds gebruikelijk bij
de NRS om de nieuwe stations eerst van een eenvoudig gebouwtje te
voorzien. Als een station "zich bewezen had" kon altijd
nog een definitief gebouw worden neergezet. Wat in het geval van
Woerden ook nog meegespeeld kan hebben is het feit dat Woerden in
de negentiende eeuw nog een garnizoensstad was en het station vlakbij
de stadsomwalling staat. In die tijd gold de Kringenwet, en die
bepaalde dat binnen het zogenoemde schootsveld (het gebied dat binnen
een straal van zo'n 300 meter vanaf de buitenrand van omwalling)
geen permanente (lees: stenen) gebouwen mochten staan. Alleen houten
gebouwen en andere bouwwerken die, in geval van oorlog, snel konden
worden afgebroken waren toegestaan. Nu werden deze semi-permanente
stationsgebouwen door de Nederlandse Staat gebouwd, maar de wet
gold uiteraard ook voor de andere spoorwegmaatschappijen.
In 1869 wordt Woerden een overstapstation als de bekende sporendriehoek
tussen Harmelen, Breukelen en Utrecht gereed komt. Woerden krijgt
hierdoor rechtstreekse spoorverbindingen met de vier grote steden.
In 1878 komt daar nog een grote stad bij als de spoorlijn naar Leiden
in gebruik wordt genomen. Bij deze gelegenheid wordt tevens het
emplacement aangepast en uitgebreid. Het voor station Woerden zo
kenmerkende emplacement met twee eilandperrons en slechts drie (!)
perronsporen kwam rond deze tijd tot stand en zou uiteindelijk zo'n
115 jaar vrijwel ongewijzigd blijven. Het houten stationsgebouwtje
bleef echter bestaan, ondanks het feit dat de Kringenwet enige jaren
tevoren al was ingetrokken. Weliswaar had NRS in de voorgaande periode
al een aantal tijdelijke stationsgebouwtjes vervangen, maar na het
gereedkomen van station Ede-Wageningen, in 1879, kwam hier abrupt
een einde aan. Mogelijk was dit al een aanwijzing dat deze spoorwegmaatschappij
er financieel niet al te best voorstond. In 1890 ging de NRS dan
ook failliet en werd overgenomen door Staatsspoor. De laatste nog
resterende "tijdelijke" stationsgebouwen van de voormalige
NRS zouden uiteindelijk pas na de eeuwwisseling naar de twintigste
eeuw worden vervangen. Het station van Woerden had de twijfelachtige
eer hierin de hekkensluiter te zijn. Pas rond 1911 begon de bouw
van een nieuw stationsgebouw. Maar het lange wachten zou rijkelijk
worden beloond
|
|
|
|
Boven:
Een blik vanaf het perron op het station, zo rond de vorige eeuwwisseling.
Links op de achtergrond is -een beetje vaag- de ruim 77 meter
hoge toren van de nieuwe Bonaventurakerk te zien. Het eerste stationsgebouw
in Woerden was een eenvoudig bouwwerk dat voornamelijk van hout
was vervaardigd. Alhoewel het als "tijdelijk stationsgebouw"
was bedoeld heeft het uiteindelijk ruim 55 jaar dienst gedaan,
totdat het nieuwe stationsgebouw in 1913 gereed kwam. Overigens
waren er steden die het nog veel langer met een semi-permanent
stationsgebouw moesten doen. Denk hierbij aan Venlo (tot 1958),
Bergen op Zoom (tot 1971) of Breda (1975).
|
|
|
Onder:
Een ansichtkaart van het eerste station uit (ongeveer) 1890. Duidelijk
te zien zijn de twee eilandperrons met daar tussen slechts één
spoor. Dit voor het Woerdense station zo kenmerkende emplacement
zou tot ver in de jaren negentig van de twintigste eeuw vrijvel
ongewijzigd blijven.
|
|
(Ansichtkaart)
|
|
|
Onder:
Een plattegrond van Woerden, zoals het er rond 1870 uitzag. Destijds
was Woerden als garnizoensstad nog en echte vestingstad, met zelfs
een dubbele omwalling. Duidelijk is te zien dat het station vrij
dicht bij deze omwalling staat, binnen het zogenoemde schootsveld.
Tegenwoordig zijn alleen de contouren van de buitenste omwalling
nog te zien. De binnenste omwalling is vrijwel geheel verdwenen,
maar het oude stratenpatroon is nog vrijwel intact. Opvallend:
de Bonaventurakerk is al op het plattegrondje tekend, terwijl
in werkelijkheid deze kerk pas ruim 20 jaar later werd ingewijd.
Waarschijnlijk was de kerk rond 1870 al in aanbouw. Ook opvallend
is de best wel forse loopafstand tussen het station en de stad,
ondanks het feit dat deze er zo dicht bij staat. Iets wat overigens
gebruikelijk was bij vestingsteden. De looproute naar (het centrum
van) de stad is tot op de dag van vandaag ongewijzigd gebleven.
|
Onder:
Een luchtfoto van het centrum van Woerden uit het begin van de
jaren zestig, dus zo'n negentig jaar later. Vergeleken met het
kaartje hiernaast is er in die tijd veel veranderd, en toch ook
weer niet... Behalve de Bonaventurakerk is ook molen "De
Windhond" een goed herkenningspunt. Een echte walmolen is
het allang niet meer, maar rondom de molen is de vroegere omwalling
nog goed te herkennen.
|
|
|
|
|
|
|
|
versie: 16-06-2011 |