Home ] Terug naar de eerste pagina ] Vorige pagina ]
   
 
VLISSINGEN

 

De teloorgang van een havenstation

 
   
   
Op het eerste gezicht lijkt het huidige station in de afgelopen 65 jaar nauwelijks te zijn gewijzigd. Maar dat is schijn: er is best wel veel veranderd, en niet alleen op en bij het station. De eerste grote verandering, na de ingebruikname van het huidige station, was het gereedkomen van de elektrificatie van de Zeeuwse lijn. De plannen hiertoe werden al kort na de Tweede Wereldoorlog gemaakt, maar pas in het midden van de jaren vijftig werd daadwerkelijk met de werkzaamheden begonnen. Oorzaak hiervan moet ongetwijfeld worden gezocht bij de watersnoodramp van 1 februari 1953, want -naar verluidt- stond men letterlijk op het punt met de werkzaamheden te beginnen toen de ramp zich voltrok. Uiteindelijk kwam het "onder de draad brengen" pas in het late voorjaar van 1957 gereed, aanzienlijk later dan eigenlijk de bedoeling was. Bij de feestelijke ingebruikname hiervan werd in de hal van het Vlissingse station een bronzen beeld onthuld. Overigens bleef Vlissingen tijdens de Watersnoodramp verhoudingsgewijs redelijk gespaard, al kwam de stad wel onder water te staan en was ook hier de schade groot…
Diezelfde watersnoodramp gaf min of meer ook de aanzet tot de ontwikkeling van een nieuw havengebied ten oosten van Vlissingen. In die tijd was het goederenvervoer per spoor nog alom vertegenwoordigd op en bij het station en lag het haventerrein nog bezaaid met rails. Daarnaast hadden diverse bedrijven in Vlissingen een eigen spooraansluiting, waaronder scheepswerf "De Schelde", destijds veruit de grootste werkgever van de stad. Het was trouwens deze werf die een plek even buiten Vlissingen zocht om uit te kunnen breiden. Na de Watersnoodramp werd besloten een groot deel van de Zuid-Sloe in te polderen. Daarnaast zou een deel als nieuw havengebied worden ingericht. In 1964 opende Koningin Juliana de nieuwe Sloehaven. Dat nieuwe havengebied kreeg uiteraard ook nieuwe spooraansluitingen, waarbij voor een deel gebruik werd gemaakt van een oude lokaalspoorlijn. De komst van de Sloehaven betekende echter wel het begin van het einde van het goederenvervoer op station Vlissingen, dat uiteindelijk halverwege de jaren tachtig werd geschrapt. Het emplacement werd rond 1992 voor een groot deel opgebroken, datzelfde gold ook voor de nog resterende sporen in het oude havengebied. Even tevoren (eind 1990/begin 1991) kreeg het belangrijkste perron een nieuwe overkapping. Waarom dit gebeurde is mij niet duidelijk, wellicht verkeerde het oude exemplaar in slechte staat. Evenmin is mij bekend wie deze nieuwe overkapping heeft ontworpen. Die nieuwe overkapping, die trouwens een stuk korter werd, staat op dezelfde gietijzeren kolommen als haar voorganger. Die werden hiertoe opgeknapt. In 1997 werd de overkapping over het eerste perron fors ingekort. Of beter gezegd: voor het overgrote deel gesloopt. Dat eerste perron wordt trouwens al sinds jaar en dag niet of nauwelijks meer voor de reizigersdienst gebruikt. Opmerkelijk genoeg bleven ook nu de oude kolommen bewaard, deze werden omgebouwd tot lantaarnpalen. Ook de fraaie consoles op de lange muur van de vroegere dienstvleugel bleven bewaard. Een aantal daarvan doet nu dienst als drager van de omroepinstallatie.
Het zijn de overduidelijke tekenen dat het tijdperk van het internationale station definitief voorbij is. Toch keerde de veerboot naar Engeland terug in Vlissingen. In 1974 begon het Deense Olau Line een veerdienst tussen Vlissingen en Sheerness. Hiermee leek de geschiedenis zich te herhalen, want bijna een eeuw tevoren was Sheerness de plaats waarop de allereerste veren naar Engeland voeren. En ook nu was de Buitenhaven in Vlissingen het vertrekpunt, al was het dit keer wel aan de andere kant van de havenkom. Er was dan ook geen directe relatie meer met het station, en -voor zover ik weet- hebben er ook geen speciale boottreinen meer gereden. Wel reden er speciale "shuttlebussen" tussen het station en de aanlegsteiger. De Olau-veerdiensten hebben de verwachtingen nooit echt waar kunnen maken en in 1994 viel dan ook het doek.
Vanaf dat moment was het veer naar Breskens weer de enige die vanaf Vlissingen vertrok, maar ook deze werd in haar voortbestaan bedreigd. In haar toenmalige vorm althans. De plannen voor de aanleg van een tunnel onder de Westerschelde werden namelijk steeds concreter, waarmee de twee autoveren overbodig zouden worden. Alleen de veerboot naar Breskens zou blijven varen, maar dan alleen voor fietsers en voetgangers. In 2003 werd de Westerscheldetunnel voor het verkeer geopend en werden de twee autoveren (Vlissingen-Breskens en Kruiningen-Perkpolder) uit de vaart genoemen, waarbij het eerstgenoemde daadwerkelijk werd vervangen door een fiets/voetgangersveer. Deze vaart trouwens nog altijd.
Tegenwoordig wordt station Vlissingen alleen nog bediend door de intercity naar Lelystad, waarbij deze over de gehele Zeeuwse Lijn als stoptrein rijdt. Vlissingen is op deze manier met recht het eindpunt van de trein…
Boven: De stationshal lijkt op het eerste gezicht nauwelijks veranderd te zijn, op wat kleinigheden na. De schuifdeuren zijn uiteraard niet authentiek en ook de hangende lampen zijn later aangebracht. Ook het wat merkwaardig ogende lokettenblok lijkt van veel later datum te zijn, maar het is wel degelijk de originele. Al zijn de loketten in de loop van de tijd gemoderniseerd. Oorspronkelijk had het front een fraaie geprofileerde lijst aan de bovenrand, vergelijkbaar met de daklijst op het gebouw. Onder de loketten waren oorspronkelijk lichte tegels. Die loketten zijn overigens al in 2004 komen te vervallen. En dan te bedenken dat er enkele jaren tevoren zelfs nog een internationaal loket was. Tegenover de loketten was een vergelijkbaar blok, waarin aanvankelijk wat winkeltjes zaten. Later kwam er een GWK-kantoor, deze heeft er eveneens tot het begin van onze huidige eeuw gezeten. De hal was vroeger dus een stuk smaller dan tegenwoordig het geval is. Hoewel men er wel degelijk goed aan heeft gedaan om dit blok te verwijderen, lege ruimten doen het immers nooit goed, maakt de hal nu wel een heel ruime indruk…
.
 
Onder: De huidige overkapping boven het voornaamste perron. In het voorjaar van 1991 kwam deze wel heel moderne constructie gereed. Wie deze overkapping heeft ontworpen is mij niet bekend. Die nieuwe kap is een stuk korter dan de vorige en staat op de oude kolommen, die hiertoe werden opgeknapt een aangepast. Op zich is het een sympathieke vorm van hergebruik, maar als geheel ziet het er nogal merkwaardig uit. En profil lijkt de nieuwe overkapping nog wel een beetje op het oude exemplaar en doordat de bovenkant uit één lange lichtstraat bestaat is het nu wel veel lichter op het perron. Maar dat neemt niet weg dat het station een deel van haar karakter is kwijtgeraakt.
.
 
 
Onder (beide foto's): Het eerste perron wordt al sinds jaar en dag niet of nauwelijks meer gebruikt voor de reizigersdienst, al hangt er wel degelijk een CTA-display. De overkapping werd in de tweede helft van de jaren negentig bijna helemaal gesloopt en, omdat dit perron nog maar amper wordt gebruikt, niet meer door een nieuw exemplaar vervangen. Toch bleven ook hier de kolommen bewaard en ook nu kregen ze een tweede leven, ditmaal als lantaarnpalen. Aan de linkerkant is een lange blinde muur te zien, die tegenwoordig echter grotendeels schuil gaat achter groen. Ook deze muur is feitelijk een soort herinnering aan het oude, vooroorlogse stationsgebouw. Hier was namelijk de lange dienstvleugel. De overkapping was aan deze zijde middels fraaie consoles aan de muur bevestigd. Aangezien men destijds de perronoverkapping over dit perron wilde behouden, werd een vervangende muur gemetseld. Dat was in die tijd kennelijk een stuk goedkoper dan vervangende kolommen maken. Oorspronkelijk was de muur een stuk hoger maar werd na de sloop van de perronoverkapping aanzienlijk verlaagd. De fraaie en monumentale consoles bleven behouden. Een aantal darvan kreeg ook nu een nieuwe functie, zij het een nogal curieuze…
.
 
 
Onder (beide foto's): Het vroegere goederenterrein ligt er tegenwoordig verlaten bij. Bijna alle goederensporen zijn inmiddels opgebroken en ook de laad/losplaatsen zijn nagenoeg allemaal verdwenen. Ooit lag het havengebied bezaaid met sporen, de Buitenhaven en de twee Binnenhavens hadden ieder kadesporen. Ook hadden een aantal bedrijven een eigen spooraansluiting, waaronder de PZEM-elektriciteitscentrale en -uiteraard- scheepswerf "De Schelde". Die tijden zijn inmiddels allang voorbij. "De Schelde", ooit veruit de grootste werkgever van Vlissingen, is allang overgenomen en is inmiddels bijna helemaal uit de stad verdwenen. Doordat de havenactiviteiten zijn verplaatst naar de Sloehaven nam het goederenvervoer bij het station steeds meer af. Halverwege de jaren tachtig werd het hier dan ook geschrapt. In de jaren daarna verdwenen al diverse spooraansluitingen. In 1992 ging het emplacement op station Vlissingen flink op de schop, waarbij de meeste van de nog resterende goederensporen werden opgebroken. Wie echter goed kijkt ziet hier en daar nog enkele restanten. Zo is in de bocht van de Prins Hendrikweg de vroegere toegang naar het goederenterrein (linksonder) nog makkelijk terug te vinden. Hier liggen zelfs nog de ouderwetse "kinderkopjes" in de grond. Een klein stukje terug naar het station -aan diezelfde weg- ligt overduidelijk een restant van een hoog laad/losperron (rechtsonder). Op het terrein van "De Schelde" schijnt zelfs nog een stuk spoor te liggen…
.
 
 
Onder: Opnieuw een dia uit lang vervlogen tijden en uit dezelfde serie als op de eerste pagina over dit station. De Prinses Juliana is zojuist vertrokken vanuit Vlissingen voor haar oversteek naar Breskens. Dit dubbeldeks veer werd in 1986 in de vaart genomen, toen deze dia werd gemaakt (1988) was het dus nog een betrekkelijk nieuw schip. Tot 1997 heeft het dienstgedaan in Vlissingen, daarna verzorgde ze -tot het opheffen van de autoveren- de oversteek tussen Kruiningen en Perkpolder. Nadat de Westerscheldetunnel in gebruik was genomen werd het schip verkocht aan een Italiaanse rederij en werd het omgedoopt in Amedo Matacena. Daar zou ze ingezet worden in de Straat van Messina, tussen Sicilië en het vaste land van Italië. Maar daar kwam uiteindelijk niet zo veel van terecht. De voormalige Zeeuwse veerboot bestaat nog altijd, maar ligt al jaren werkloos aan een kade in Zuid-Italië…
.
 

 

 

 

  Free counter and web stats versie: 16-03-2015