Home ] Terug naar de eerste pagina ] [ Volgende pagina ]
   

 

VLEUTEN

   
   
   
Het in 1922 gebouwde stationsgebouw is een eenmalig ontwerp van architect A. van der Steur. Van der Steur zou vooral bekend worden als stadsarchitect van Rotterdam. In de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw ontwierp hij hier diverse gebouwen, met name schoolgebouwen. Eén van de eerste opdrachten die Van der Steur echter in de Maasstad kreeg werd ook zijn bekendste ontwerp: het nieuwe gebouw voor museum Boijmans-van Beuningen. Dit is veruit zijn bekendste ontwerp. Andere bekende gebouwen in Rotterdam van de hand van deze architect zijn het Oogziekenhuis 1942 en de ventilatiegebouwtjes van de Maastunnel.
Voordat Van der Steur in Rotterdam werkzaam was heeft hij tussen 1921 en 1929 diverse stations ontworpen. Vooral in Noordoost-Groningen en Noord-Drenthe, waar hij vanaf 1924 de stations voor de Gronings Drentse Spoorwegmaatschappij STAR (Stadskanaal - Ter Apel-Rijksgrens) ontwierp. Aan het einde van de jaren twintig volgde de stations voor de maatschappij WESTIG, beter bekend als de "Woltjerspoorweg". Ook is hij een tijdje werkzaam geweest bij Staatsspoor, waar hij zijn carrière begon. Dit stationsgebouw in Vleuten is overigens het enige dat Van der Steur voor deze maatschappij ontwierp.
Het is erg jammer dat het Vleutense stationsgebouw voor een groot deel verloren is gegaan. Het oorspronkelijke gebouw was namelijk nogal bijzonder van opzet. Zo had het een opvallende V-vormige plattegrond. Dit is een vorm die je eerder bij een vorkstation zou verwachten en zo'n type station is Vleuten bepaald niet. Toch zat hier wel degelijk een soortgelijk idee achter. Direct naast het station kruist de Wilhelminalaan/Stationsweg het spoor onder een hoek van zo'n vijftig graden en het stationsgebouw kwam precies in het snijpunt van de kruising te staan. Dankzij de V-vorm lag de ingangsgevel parallel langs deze weg.
De ingang van het stationsgebouw was helemaal op het einde van deze schuingeplaatste vleugel. Het was een open ingang zonder deuren, iets wat eerder bij het stationsgebouw van Nieuwerkerk was toegepast. Via dit open voorportaal kwam men in een soort tussenhal terecht om vervolgens in de feitelijke stationshal te komen, waar men recht op de loketten afliep. De rest van het stationsgebouw was overzichtelijk ingedeeld. Het gedeelte links van de stationshal waren dienstruimten, de wachtruimten bevonden zich aan de rechterkant. Er waren twee wachtkamers, één voor zowel de eerste als de tweede klasse en er was een grote wachtruimte voor reizigers die derde klasse reisden. Helemaal aan de rechterkant lijkt het gebouw een korte zijvleugel te hebben. Dit idee wordt versterkt doordat het dak hier als het ware mee verspringt. In werkelijkheid is het een uitbouw en is het een deel van de wachtkamer 3e klasse, dat hierdoor een wat onregelmatige plattegrond had. Aan de linkerzijde werd de schuine lijn van de ingangsvleugel doorgetrokken in de voorgevel, waardoor het gebouw steeds smaller werd. Het gebouw eindigde met een aangebouwde, achtkantig seinhuis. Langs de perrongevel zijn, onder de vensterpartijen, houten banken in de gevel aangebracht. Boven die vensters zijn opvallende lampen in een soort art-deco stijl aangebracht.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte de schuine ingangsvleugel zwaar beschadigd. Dit gebeurde waarschijnlijk ergens in 1944, maar wat er precies is gebeurd is mij niet bekend (was het een bombardement of werd het getroffen door een granaat?). In ieder geval verdween hierdoor een groot deel van het gebouw. Het restant van de ingangsvleugel werd provisorisch hersteld. De open ingang en het voorportaal verdwenen en de deur naar het portaal werd nu de hoofdingang. Het dak werd eveneens niet meer in de oude staat hersteld, dit deel van het stationsgebouw moest het sindsdien met een plat doen. Aan het begin van de jaren zestig onderging het stationsgebouw grote wijzigingen, en kreeg het gebouw het uiterlijk zoals we dit vandaag de dag nog kennen. Het restant van het schuine gedeelte verdween nu volledig, hierdoor kreeg het gebouw nu een rechte gevel. Ook het seinhuis werd gesloopt. Door modernisering en automatisering van de beveiliging was het overbodig geworden. Het gebouw heeft al met al veel van haar opmerkelijke uiterlijk verloren, al bleef het deel wat overbleef ook nog best wel bijzonder…
(ansichtkaart)
 
Boven: Het stationsgebouw in haar oorspronkelijke gedaante. Op de voorgrond is de opvallende schuingeplaatste ingangsvleugel, met rechts de open ingang. Het wat vreemde kleine uitbouwtje links daarvan diende hoogstwaarschijnlijk niet alleen ter vergroting van de stationshal, dankzij de drie vensters kwam er ook het nodige daglicht binnen. De grote uitbouw aan de linkerkant was het aangebouwde seinhuis. Nagenoeg de gehele vleugel raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd en werd hierna gesloopt. Alleen die afgeschuinde hoek aan de linkerkant van de voorgevel herinnert nog aan die merkwaardige vorm van weleer...
 
Onder: Een luchtfoto van de omgeving van het station, anno 1954. Van de schuine vleugel is bijna niets meer over, op een lelijke, soort driehoekige puist met een plat dak na dan. Dit restant zou uiteindelijk, samen met het seinhuis, in 1962 worden gesloopt.
 
Onder: Plattegrond van het oorspronkelijke stationsgebouw. De opmerkelijke V-vorm dankt het gebouw aan haar ligging, pal naast een doorgaande weg dat het spoor onder een hoek van zo'n vijftig graden kruist. Het schuine gedeelte lag hierdoor parallel langs deze weg. Helemaal links had het gebouw een achtkantig seinhuis, dat als een soort extra vleugeltje aan het stationsgebouw was gebouwd. Let ook op de efficiënte indeling van het gebouw, met links de dienstruimten en rechts de wachtkamers. Van het oorspronkelijke gebouw is veel verdwenen, dat zijn op deze tekening de delen die grijs zijn gekleurd.
Onder: De vier bijzondere lampen in art deco-stijl zijn gelukkig bewaard gebleven. Ook nu nog sieren zij de perrongevel van het voormalige stationsgebouw. Onder de vensters zijn banken aangebracht. Het zijn -voor zover na kon worden gegaan- nog de originele banken.
 
 
Onder: De kilometeraanduiding op de perrongevel van het gebouw. De afstand, bijna 7 kilometer, is gemeten vanaf het Centraal Station te Utrecht. Het huidige station ligt overigens op 7,3 kilometer van Utrecht.
 

 

 

  Free counter and web stats versie: 3-01-2013