|
|
UTRECHT
MALIEBAAN
|
|
|
Afkorting: |
Utm |
Maatschappij: |
Hollandsche
IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) |
Architect: |
A.L. van
Gendt |
Bouwjaar:
|
1874 |
Gesloopt: |
1961 (perronoverkapping) |
Status: |
Rijksmonument |
|
|
|
|
Utrecht
Maliebaan werd gebouwd aan de lijn naar Hilversum, een aftakking van
de lijn Amsterdam-Amersfoort-Zutphen. Het is een groot, opvallend
gebouw. Enerzijds vanwege de concurrentie met de NRS, maar waarschijnlijk
ook omdat het station op een wat ongunstige plek buiten het oude centrum
staat. En juist vanwege die ongelukkige plek heeft het station de
verwachtingen nooit helemaal waargemaakt.
Aanvankelijk was het namelijk de bedoeling dat het station in het
centrum tegenover de bocht in de Kromme Nieuwegracht zou worden gebouwd.
Dit stuitte echter op veel verzet van de bevolking en uiteindelijk
kwam het station net buiten de stad aan de Maliesingel te staan. Het
station werd op 10 juni 1874 in gebruik genomen.
In 1885 wordt aan de Biltstraat een halte in gebruik genomen. De HSIJM
opende deze halte om op die manier meer reizigers bij de NRS én
de Staatspoor weg te lokken. Dat gebeurde echter niet. De reizigers
die kwamen reisden aanvankelijk via het Maliebaanstation. De halte
Biltstraat bleek veel gunstiger voor deze reizigers te liggen. Als
in 1892 de provisorische halte Biltstraat wordt vervangen door een
volwaardig station is het definitieve begin van het einde voor het
Maliebaanstation ingezet. Toen vervolgens in 1921 een rechtstreekse
spoorverbinding tussen Hilversum en het Utrechtse Centraal Station
werd aangelegd was het lot feitelijk bezegeld. Doordat HIJSM, dat
inmiddels al een samenwerkingsverband met Staatsspoor was aangegaan,
nu ook gebruik ging maken van het Centraal Station waren het Maliebaanstation
en station Biltstraat volstrekt overbodig geworden. Toch bleven ze
nog wel "gewoon" in de dienstregeling opgenomen, maar op
de perrons bleef het vaak erg stil. Door gebrek aan onderhoud raakten
de stations al snel vervallen. Dat men niets meer in het station wilde
investeren werd pijnlijk duidelijk toen ergens aan het einde van de
jaren twintig of het begin van de jaren dertig een groot deel in het
midden van de overkapping van het Maliebaanstation verloren ging,
zodat deze voortaan uit twee "losse delen" bestond. In zijn
boek "De laatste eer", dat in 1935 verschijnt, omschrijft
F. Bordewijk het Maliebaanstation dan ook als "een lijk dat boven
de aarde staat." Het gebouw is verlept, interieur van de hal
en het restaurant is compleet uitgeleefd en de perronkap is verroest
en zit vol gaten. Toch duurde het nog tot 1939 voordat zowel het Maliebaanstation
als station Biltstraat werden gesloten. Het inmiddels voormalige station
Maliebaan heeft vervolgens nog een jaartje dienstgedaan als bureau
voor gevonden voorwerpen.
Maar in 1953 kreeg het vroegere stationsgebouw een nieuwe functie
én een grote opknapbeurt. In en om het station werd het Nederlands
Spoorwegmuseum gevestigd, dat in 1954 haar deuren opende. Het restant
van de perronoverkapping was er echter zo slecht aan toe dat het in
1961 moest worden gesloopt. Om de museumcollectie, dat deels buiten
stond opgesteld, toch tegen weersinvloeden te beschermen werden in
de jaren zeventig nieuwe overkappingenkappen gebouwd.
In de periode 2003-2005 is het Maliebaanstation volledig gerestaureerd.
Daarbij kreeg het gebouw de originele roze kleur weer terug. Ook werd
het uurwerk boven de ingang, dat al lang geleden was verdwenen, weer
teruggeplaatst.
|
|
Boven:
Mijn allereerste stationsfoto: Utrecht Maliebaan. (dia, 1984).
|
|
Onder:
Station Maliebaan, in de laatste jaren dat het nog in bedrijf
was. Op de foto is de perronoverkapping goed te zien. Wat echter
wat minder goed te zien is, is dat dit maar een gedeelte van de
overkapping is. Ergens aan het einde van de jaren twintig of het
begin van de jaren dertig was al een deel van de overkapping verloren
gegaan.
|
|
|
versie: 12-06-2007 |