Het stationsgebouw is in een aantal opzichten
opmerkelijk te noemen. Het is een onmiskenbaar ontwerp van Van Heukelom,
qua bouwstijl is het een duidelijke navolging van de stationsgebouwen
in Geldrop en Weert. De gewelfde lijnen in het dak kwamen we al
tegen bij de eerder genoemde stationsgebouwen maar nu zijn ze nog
vloeiender en nadrukkelijker (in de positieve zin van het woord!)
aanwezig. Het gebouw is heel onregelmatig van vorm, maar op de één
of andere manier valt dit eigenlijk helemaal niet op.
Het meest opmerkelijke aan het stationsgebouw is wel het feit dat
het geen echte voorgevel heeft. De gevel aan de straatkant is eigenlijk
een zijgevel, de twee (!) ingangen zijn ieder in één
van de twee perrongevels te vinden. De vorm van het gebouw past
overigens wel weer bij een typische vorkstation. De straatgevel
is het breedst, dichter naar de splitsing van de sporen toe wordt
het gebouw smaller. Het smallere deel van het gebouw is ook wat
lager. Hier vormt het platte dak een dakterras. De noordelijke perrongevel
(langs het Voerendaalse perron) heeft mijns inziens nog het meeste
weg van een voorgevel, al zullen hier ongetwijfeld de meningen over
verschillen. Het zijn de deuren met de halfronde vensters erboven
die dit idee versterken. Vooral de deur aan de rechterkant van de
gevel, met de opvallende gebogen vensterpartij er omheen, zou zo
voor hoofdingang kunnen doorgaan. De echte ingang was echter de
dubbele deur ernaast, met het halfronde venster erboven.
De zuidelijke gevel (langs het Simpelveldse perron) is wel een echte
perrongevel. Opvallend aan deze gevel is dat alle deuren en vensters
rechte lijnen hebben, op één dubbele deur na. . Deze
is dezelfde als die in de tegenoverliggende gevel. Ze staan trouwens
ook tegenover elkaar. Wat misschien het meest opmerkelijk is, is
dat de ingangen helemaal niet opvallen. Ze worden alleen geaccentueerd
door een opvallende, bijna klassiek ogende, halfronde sierlijst
boven de deuren. Er zijn zelfs geen luifels erboven, terwijl dit
toch bij veel stations uit die tijd (vooral bij die van Van Heukelom)
gemeengoed is. Ook de perrons moeten het trouwens zonder enige vorm
van beschutting doen. Vreemd genoeg is boven de deuren van de bagage
en/of goederenafdeling wèl weer een luifel te zien.
Nog even terug naar de zuidelijke perrongevel, want een ander opvallend
element is de erker- achtige uitbouw aan de rechterkant. Hier was
vroeger een wachtkamer, speciaal voor weekkaarthouders. De bovenkant
van deze uitbouw heeft dezelfde gewelfde vorm als het dak. Hierboven
is een tegeltableau te zien met daarop de stationsnaam. Een identiek
tableau is te vinden op de tegenoverliggende gevel. Daar is het
tableau echter wel aanzienlijk lager geplaatst.
De straatgevel is momentheel eigenlijk de minst interessante gevel.
Vroeger was er aan de rechterkant een dubbele houten (schuif)deur
en daarboven een luifel. In dit deel van het gebouw was vroeger
een goederen- en/of bagageafdeling. Zowel de deuren als de luifel
verdwenen tijdens een verbouwing. Vermoedelijk is dit aan het einde
van de jaren zestig gedaan, waarbij gelijktijdig het seinhuis werd
gesloopt. De opengevallen plek in de straatgevel werd vervolgens
dichtgemetseld. In de jaren daarna werd de muur "opgesierd"
met enkele reclameborden, later vergezeld door een onvermijdelijke
lichtbak met het NS-logo. De reclameborden zijn ondertussen allang
weer verdwenen en ook de lichtbak is jaren geleden verwijderd. Op
deze plaats prijkt nu het jaartal "1913", dat in een soort
draadstaal reliëf is aangebracht. En -eerlijk is eerlijk- dit
staat het gebouw toch veel beter.
De westelijke gevel -tenslotte- valt het minst op. Dat heeft overigens
vooral te maken met het feit dat de perrons naar het oosten zijn
gericht. Ook het vele groen houdt dit deel van het gebouw enigszins
uit het zicht. Toch is dit wel degelijk een interessante kant, hier
valt pas echt op hoe onregelmatig het gebouw van vorm is. Ook is
hier goed te zien hoe het gebouw trapsgewijs smaller en lager wordt.
De twee smalste delen bestaan uit een lage aanbouw met een plat
dak en daar weer aan een nog lager (en veel smaller) uitbouwtje.
Dit uitbouwtje, waarin vroeger toiletruimten waren, is overigens
veel later aan het stationsgebouwtje toegevoegd, hetgeen te zien
is aan het kleurverschil in de bakstenen muren en de iets andere
vorm van de vensters, de lateien boven de vensters en de klossen
waarop het dak rust. Ook de wijze waarop dit dakje is bedekt verschilt
iets. Duidelijk is wel te zien dat er werk is gemaakt om het bij
het stationsgebouw te laten horen, want op het eerste gezicht valt
het niet eens op.
|
|