Hoewel de basisvorm én de grootte
van het stationsgebouw al bij voorbaat vaststond, kostte het Van
Ravesteyn de grootste moeite om dit plan te verwezenlijken. Het
Stationsgebouw moest een gevel van 120 meter lang krijgen en het
moest zo'n 40 meter hoog moeten worden (dat is ongeveer net zo hoog
als Den Haag Centraal).Het wederopbouwplan dacht namelijk aan een
groot stationsgebouw met een uitgebreid restaurant en zelfs aan
een hotel in de bovenverdiepingen. De NS dacht hier echter heel
anders over. De toenmalige directeur scheen toen zelfs te hebben
gezegd: "We zijn vervoerders en geen horecaffers". Bovendien
zouden "de hotelgasten de reizigers alleen maar voor de voeten
lopen". Achteraf bleek dit een gebrek aan toekomstvisie te
zijn, maar daardoor werd het station veel lager dan eigenlijk de
bedoeling was. Van de geplande 40 meter hoogte, bleven er uiteindelijk
maar 14 over. Dit werd echter door één slimme ingreep
grotendeels gemaskeerd. De kantoorvleugels aan weerszijden van de
stationshal lijken vier verdiepingen te hebben, maar in werkelijkheid
waren dit er maar twee. Dit komt doordat er smalle raamstroken gebruikt
zijn. Waarschijnlijk heeft Van Ravesteyn, die veel in Italië
is geweest, dit idee afgekeken van het Termini-station in Rome.
De gelijkenis is in ieder geval treffend. Van binnen leek de stationshal
hoger dan de buitenkant doet vermoeden. Dit was overigens géén
optisch bedrog. De bovenste plafondschaal was namelijk hoger dan
de daklijn. Het dak ging daar dan ook met een knik overheen. Dit
kon je echter niet vanaf de straatkant niet zien, maar alleen van
bovenaf.
De gevellengte van 120 meter werd uiteindelijk wel gehaald, maar
ook daar was een "truc" voor nodig. Van Ravesteyn ontwierp
aan het uiteinde van elke vleugel een poortachtige coulisse met
daarop een abstract beeld. Het was de bedoeling om dit kunstwerk
door de Engelse kunstenaar Henry Moore te laten ontwerpen, maar
dit werd veel te duur. De beelden werden uiteindelijk door mede-architect
J. Baas ontworpen. Baas bleek behalve een begenadigd architect,
óók een talent voor beeldende kunst te hebben. Deze
beelden kregen al vrij snel (volgens goed Rotterdams gebruik) een
bijnaam: de "Speculaasjes".
Deze coulissen -of liever gezegd de ruimten daarachter- zijn in
het begin van de jaren negentig nog wereldnieuws geweest. Achter
de rechtervleugel werd destijds het beruchte Perron 0, een opvangcentrum
voor drugsverslaafden, opgericht. De verslaafden veroorzaakten echter
veel overlast. Nadat het in juni 1992 bijna tot een veldslag was
gekomen tussen junks en mariniers werd Perron 0 verplaatst achter
de linkervleugel tussen het station en het Groothandelsgebouw. Men
dacht dat de junks daar minder overlast zouden veroorzaken. De overlast
bleef echter... Perron 0 werd eind 1994 gesloten.
|
|