Aan het begin van de twintigste eeuw nam
het treinverkeer naar IJmuiden flink toe. Niet alleen het personenvervoer
maar ook het goederenvervoer, en dan met name het vervoer van vis,
groeide. Al snel wordt het station uitgebreid. Rond 1910 werd de
goederenloods, aan de linkervleugel van het stationsgebouw verlengd.
Voor het vistransport werd een apart station gebouwd. Dit visstation
had niet minder dan zeven sporen en drie overdekte perrons.
Aan het einde van de jaren twintig werd de spoorlijn verdubbeld
en voorzien van bovenleiding. De constructie van deze bovenleiding,
waarbij tussen de portalen een zogenoemd draadjuk was bevestigd
waaraan de stroomdraden waren opgehangen, werd vrijwel alleen op
dit traject gebruikt.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd IJmuiden zwaar getroffen. Bijna
eenderde van het dorp werd met de grond gelijk gemaakt. Ook de havens
en het station liepen zware schade op. Het visstation werd compleet
verwoest. Na de oorlog werd het zwaar beschadigde stationsgebouw
hersteld. Maar daarbij het gebouw niet meer in oude staat teruggebracht.
Zo verdween het puntgeveltje en. De goederenloods kreeg een plat
dak en het karakteristieke puntgeveltje maakte plaats voor een simpele
dakkapel. Maar ook andere kenmerkende details zoals het erker-achtige
uitbouwtje naast de voordeur van de stationswoning, de schoorstenen
en de stationsklok keerden niet meer terug. Ook kwam er een (niet
zo fraaie) voorbouw voor het stationsgebouw. Het stationsgebouw
verloor veel van haar oorspronkelijke karakter. Het verwoeste visstation
moest het voortaan doen met een betonnen overkapping
|
|