|
|
Het huidige station (of wat daar nog van over is...)
STATION
II |
|
|
|
|
|
|
Gedeeltelijke sloop: |
2008 (Fietsenstalling) |
|
2024 (Busstation) |
Decoratie: |
H. Lampe (verdwenen) |
|
|
|
|
Zoals op de eerste pagina al aangegeven werd met station een nieuw tijdperk in de stationsarchitectuur ingeluid. Een tijdperk waarbij naast functie ook de vormgeving weer belangrijk werd. Oftewel; het station mocht weer gezien worden! Dat gold zeker voor station Heerenveen, waar roodbruine stenen werden gecombineerd met contrasterende blauwe staalconstructies. Van zuid naar noord bestond het uit: het busstation, het restaurant, plaatskaartenkantoor, bloemenkiosk, de doorgang naar het perron en een forse fietsenstalling. Die laatste nam een aanzienlijk deel van het gebouw in, waardoor het een opvallend langgerekt geheel was. De totale gevellengte (inclusief busstation) bedroeg ruim 125 meter. Om die langgerekte gevel toch op te laten vallen werden twee forse halfronde daken toegevoegd. Deze markeren respectievelijk het restaurant en de doorgang naar het perron. In die laatste zijn het uurwerk en het NS-logo aangebracht, om zo de toegang aan te duiden. Een echte ingang en een klassieke hal heeft het gebouw niet, de diverse functies werden aan weerszijden van de doorgang ondergebracht. Het doet mij denken aan het vroegere Amsterdamse station Sloterdijk, misschien had architect Van Belkum dat station wel als voorbeeld genomen.
In het oorspronkelijke gebouw waren een plaatskaartenkantoor, een restauratie, een bloemenkiosk en een ruime fietsenstalling. Via een doorlopende luifel kon men vanuit het stationsgebouw overdekt naar het busstation lopen, waar de diverse busperrons om een soort zeshoekige wachtruimte waren gegroepeerd. De schuingeplaatste wanden van deze ruimte waren ook in het stationsgebouw te zien, het restaurant was hierdoor een flink stuk naar voren verschoven ten opzichte van de ingang. Het is wel duidelijk dat het gebouw zonder die halfronde “gewelven” en die verspringende gevels wel heel erg langgerekt zou worden. Toch kan men zich afvragen waarom juist het restaurant met zo’n halfrond dak moest worden gemarkeerd. Zou het anders niet te vinden zijn? Het tweede gewelf markeert van een afstandje duidelijk de entree van het station. Maar ook met dat tongewelf is iets merkwaardigs. Tot voor kort kon men overdekt van de bus naar het station lopen, maar tussen het stationsgebouw en het overdekte deel van het perron gaapt al vanaf dag één een enorm gat. In ieder geval markeert het gewelf duidelijk de fiets- en voetgangerstunnel, die letterlijk onder het stationsgebouw ligt en een onlosmakelijk onderdeel van het stationscomplex is.
Vanuit die tunnel kan men namelijk rechtstreeks het perron bereiken. Uiteraard kan dit ook via het stationsgebouw, waar de open ruimte naadloos overgaat in een met spoorbomen beveiligd overpad. Op het perron werd een nieuwe overkapping gebouwd, die qua kleurstelling in ieder geval bij het stationsgebouw aansluit. De vorm overtuigd veel minder, misschien hadden dakranden met smalle vierkante ruitjes en bovenop een halfronde lichtstraat het verschil gemaakt. De overkapping is met haar ruim zeventig meter niet bepaald de langste, toch lijkt de beschutting in de dagelijkse praktijk best voldoende. Zeker dankzij de latere toevoeging van enkele glazen wachthokjes.
Er is in de laatste twintig jaar behoorlijk veel veranderd aan het station. Zo verdween in 2008 de fietsenstalling, hierdoor verloor het gebouw in één klap bijna de helft van haar totale gevellengte. Op deze plek werd vervolgens het dertien bouwlagen tellende appartementencomplex “Bellavista” en een bijbehorende parkeergarage gebouwd, hierin werd tevens ruimte vrijgemaakt voor een nieuwe fietsenstalling. Door gebruik te maken van roodbruine stenen en blauw gelakt staal zorgde de architect van dit complex er in ieder geval voor dat het gebouw bij het station aansloot. Maar naar mijn mening kan het geen onderdeel van het station meer worden genoemd. Datzelfde kan nu ook van het busstation worden gezegd. Ook in het gebouw is het nodige veranderd. De loketten verdwenen al kort voor de laatste eeuwwisseling. Ervoor in de plaats kwam een “Wizzl”, later werd het een Kiosk. Tot medio juni 2011 konden hier nog treinkaartjes worden gekocht. Inmiddels is op deze plek een AH-To-Go. In het vroegere restaurant is nu een vestiging van Domino’s Pizza.
|
.
Boven en onder: Het huidige stationsgebouw heeft anno 2024 al behoorlijk wat glans verloren. Toch heeft het nog altijd verrassende doorkijkjes, zoals langs de luifel tussen het vroegere restaurant en de open doorgang richting het perron. (foto boven) Duidelijk zichtbaar is het halfronde dak, dat de toegang markeert. Het uurwerk en het NS-logo doen vermoeden dat hier de ingang is. Dat is feitelijk ook zo, maar het is een volledig open ruimte. (foto onder) Een echte hal is er niet, het is slechts een doorgang naar het perron.
.
|
|
|
|
|
|
Onder: Nogmaals de voorgevel van het stationsgebouw, met duidelijk zichtbaar de twee halfronde daken (ook wel “de tongewelven” genoemd). De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat die hoge gewelven wel degelijk nut hebben, het station valt nu al bijna geheel weg in de weidse ruimte. Daar komt nog bij dat de onderdoorgang alle aandacht trekt. Wie niet bekend is met het station zou zelfs kunnen denken dat het station via die tunnel moet worden bereikt, al kan men van daar uit wel degelijk rechtstreeks naar het perron. Het oude station werd destijds al als kil en koud ervaren, voor veel reizigers is het huidige station niet veel beter. Ooit was men trots op het feit dat het station in 1985 de Brunel-Award won. Inmiddels is het bijbehorende schildje naar de bezemkast verbannen…
.
|
|
|
|
|
Onder: De trap naar de fiets- en voetgangerstunnel. Zodoende kon men rechtstreeks vanuit de westelijke wijken het perron bereiken, datzelfde geldt uiteraard ook voor de gebruikers van het westelijke parkeerterrein. Wie van daaruit echter niet met de trap kan, heeft in dit station een probleempje. Men moet dan eerst de tunnel uit, om vervolgens via een hellingbaan het stationsgebouw te bereiken, vervolgens moet men via een overpad het perron op. Vooral die route aan de voorzijde van het station is nogal omslachtig…
.
|
Onder: Ooit stond er pal voor het station een fors kunstwerk, bedacht door de Friese kunstenaar H. Lampe. Het was een hoge, blauwe boog van staal, staande op gemetselde sokkels. De boogvorm, de materialen en zelfs de kleuren waren allen terug te vinden in het stationsgebouw, al was deze boog lichtblauw van kleur. Helaas is het kunstwerk al jaren geleden weggehaald. Wanneer dit gebeurde weet ik niet, maar waarschijnlijk was het al in 2007 weg. Ook is mij niet bekend wat er mee is gebeurd.
.
|
|
|
|
|
Onder: Drie Heerenveense sporthelden, Foppe de Haan, Epke Zonderland en Sven Kramer, vereeuwigd in de wachtruimte van het inmiddels verdwenen busstation. Hoewel alleen Sven Kramer een geboren Heerenveener is hebben ze alle drie enorm veel betekend voor dit sportgekke dorp. De portretten werden al in 2012 aangebracht en zijn waarschijnlijk met het busstation verloren gegaan. Het is mij niet bekend of de portretten terug zullen keren als het nieuwe busstation gereed is…
.
Bron:
LC (foto: J. de Vries) |
|
|
|
|
versie:
25-11-2024
|