Home ]Terug naar de eerste pagina ]Volgende pagina ]
   
 
ENSCHEDE

 

Textiel en spoor

   
   
   

In 2016 is het precies 150 jaar geleden dat Enschede op het spoorwegnet werd aangesloten. Mede dankzij de komst van het spoor kon de textielindustrie, dat toen al sterk in opkomst was, een enorme vlucht nemen. Het uiterlijk van Enschede veranderde in die tijd ingrijpend, al was dit voornamelijk veroorzaakt door een dramatische gebeurtenis enkele jaren tevoren. Op 7 mei 1862 werd Enschede namelijk getroffen door een enorme stadsbrand, waarbij nagenoeg de gehele binnenstad werd verwoest. Nu hebben die brand en de aanstaande aanleg van het spoor an sich erg weinig met elkaar van doen, al markeren beide gebeurtenissen het begin van een nieuw tijdperk én van een nieuw Enschede.
De opkomst van het spoor en de Twentse textielindustrie lijken op het eerste gezicht onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Toch heeft het nog een behoorlijke tijd geduurd voordat de eerste spoorlijn in dit deel van Nederland een feit was. Net als in de rest van ons land was men ook hier aanvankelijk van mening dat waterwegen meer toekomst hadden dan het spoor. Het duurde dan ook 1860 voordat er echt schot in de zaak kwam, toen in dat jaar de "Spoorwegwet" werd aangenomen. Eén van de spoortrajecten die dankzij deze nieuwe wet kon worden aangelegd was de lijn Zutphen-Enschede-Glanerbeek, nabij de Duitse grens. Deze spoorlijn werd bekend onder de naam "Staatslijn D", en sloot bij Zutphen aan op een andere Staatslijn (A), welke ongeveer gelijktijdig werd aangelegd. In 1865 was de aanleg van de Staatslijn gevorderd tot Hengelo. Het jaar daarop werd Enschede bereikt en nog eens twee jaar later werd het spoor doorgetrokken tot station Glanerbeek (het huidige Glanerbrug). Het was de bedoeling dat het spoor vervolgens de grens zou passeren. Met name textielfabrikant H.J. van Heek maakte zich voor een spoorverbinding tussen Enschede en Duitsland, waarbij het voornaamste doel was om een snelle aanvoer van steenkolen voor de fabrieken mogelijk te maken. Passagiersvervoer stond duidelijk op het tweede plan. Maar bij de grens stokte de voortvarende aanleg, pas in 1875 zou Gronau worden bereikt. Het was een ontwikkeling dat verstrekkende gevolgen zou hebben voor het beoogde internationale treinverkeer via Enschede, de concurrentie zat namelijk ook niet stil. In 1862 was al op particulier initiatief een nieuwe spoorwegmaatschappij opgericht, de Spoorwegmaatschappij Almelo-Salzbergen (AS). Die legden een eigen spoorlijn aan, tussen Almelo en het Duitse Salzbergen. Die spoorlijn kwam zelfs iets eerder gereed dan de "Staatslijn", waarmee de AS de primeur van de eerste Twentse spoorlijn te pakken had. Hengelo, waar de twee nieuwe spoorlijnen elkaar kruisden, werd hierdoor al van meet af aan een spoorwegknooppunt.
Terug naar Enschede, alwaar in de vroege zomer van 1866 het eerste station werd geopend. Dat eerste station stond -zoals op de vorige pagina al aangegeven- aan de westkant van de toenmalige stad, aan de Parkweg. Aanvankelijk kreeg het een tijdelijk gebouw, in afwachting van het doortrekken van het spoor naar Duitsland. Het eerste "echte" stationsgebouw kwam in 1868 gereed. Omdat Enschede aan een Staatslijn lag kreeg het uiteraard een standaard stationsgebouw (type Waterstaat). Het was een wat grotere variant van het 3e klasse gebouw, waarvan er overigens slechts drie zijn gebouwd. Bij het station kwam een depot, compleet met draaischijf en locomotievenloods.
Aanvankelijk was de "Staatslijn" de enige spoorverbinding in Enschede, maar dat veranderde in de laatste decennia van de negentiende eeuw. Dat begon feitelijk in 1881, toen de spoorlijn Zwolle-Almelo in gebruik werd genomen. Enschede profiteerde hier ook van, aangezien zij nu ook een directe treinverbinding met de Overijsselse hoofdstad kreeg. Tot dan toe waren er drie spoorlijnen in Twente aangelegd, waarvan twee in opdracht van de Nederlandse Staat. Maar enkele jaren eerder was de nieuwe Wet op de Lokaalspoorwegen ingetreden, en dat bood nieuwe mogelijkheden. Eén van de eerste nieuwe lokaalspoorwegen die vervolgens werd opgericht was de GOLS, een initiatief van de Winterswijkse textielfabrikant Willink. Opnieuw was het dus een textielbaron die hierin het voortouw nam. In 1885 kreeg Enschede een tweede station, Enschede Noord. Het was het (voorlopige) eindpunt van de spoorlijn tussen Boekelo en Enschede, deze was op haar beurt een zijtak van de lokale spoorlijn Winterswijk-Neede-Hengelo. Dit tweede station, dat direct ten noorden van het bestaande station werd gebouwd, was noodzakelijk geworden vanwege de felle concurrentiestrijd tussen de diverse spoorwegmaatschappijen. Dat ging zelfs zover dat de GOLS-lijn door een al bestaande onderdoorgang moest worden aangelegd, om zo het spoor naar Hengelo te kunnen kruisen. Om diezelfde reden kreeg station Noord ook een eigen depot. Vanaf datzelfde station werd in 1890 de lokaalspoorlijn doorgetrokken naar Oldenzaal. Hiervoor werd een aparte spoorwegmaatschappij opgericht, de Lokaalspoorwegmaatschappij Enschede-Oldenzaal. Ook nu kwam het initiatief mede vanuit de textielindustrie, ditmaal wederom van Van Heek. De nieuwe spoorlijn ging vanaf station Enschede Noord in een vrijwel kaarsrechte lijn in noordoostelijke richting. Vervolgens boog de lijn af naar het noorden, richting Lonneker en Oldenzaal. Overigens kreeg station Noord pas toen een definitief stationsgebouw. Ongeveer tegelijkertijd werd er toch nog een verbindingsspoor tussen het GOLS-spoor en het hoofdspoor aangelegd…
Dat de spoorlijnen vooral met het oog op de textielindustrie werden aangelegd bleek al snel, alleen al langs de lokaalspoorlijnen verrezen in no-time zo'n twaalf textielfabrieken. Een groot aantal daarvan was eigendom van… inderdaad, Van Heek. Langs de nieuwe spoorlijn naar Oldenzaal ontstond zelfs een complete industriewijk, Roombeek genaamd. Ook hier voerde de textielindustrie de boventoon…
Dankzij de aanleg van die nieuwe spoorlijnen kon men veel sneller kolen vanuit Duitsland aanvoeren. Toch was men kennelijk nog niet helemaal tevreden, want al vrij snel na het gereedkomen van de spoorlijn Enschede-Oldenzaal werd alweer gezocht naar een kortere verbinding met het Ruhrgebied, waar het merendeel van de steenkolen vandaan kwamen. Wederom werd hiertoe een nieuwe spoorwegmaatschappij opgericht; de Ahaus Enscheder Eisenbahn (AE). Zoals de naam al doet vermoeden was dit officieel een Duitse maatschappij, maar ook nu weer kwam het initiatief van enkele Enschedese textielfabrikanten. Het werd opnieuw een lokaalspoorlijn en werd in 1903 in bedrijf gesteld. Enschede kreeg een derde station, Enschede Zuid. Vanaf dit nieuwe station ging het spoor naar het Duitse Ahaus, ten zuidoosten van Enschede. Bij het dorpje Broekheurne stak het spoor de grens over, daar werd een grensstation gebouwd. Station Enschede Zuid werd voorzien van een behoorlijk emplacement én een eigen depot. De drie Enschedese stations hadden elk dus een eigen depot. Het spoor liep na station Zuid overigens door, met een grote boog in westelijke richting. Vlakbij de ongelijkvloerse spoorkruising haakte het spoor aan op het GOLS-net.

Boven: Het eerste station stond aan de Parkweg, tegenover het huidige gebouw van de Saxion-hogeschool. Het gebouw was een wat grotere variant van het 3e klasse Waterstaat-station. Van dit type zijn er slechts drie gebouwd, de andere twee exemplaren stonden in Hengelo en Meppel. Alleen het gebouw in laatstgenoemde plaats bestaat nog en is daarmee het enige exemplaar dat over is gebleven. Het stationsgebouw van Enschede kwam overigens pas in 1868 gereed, twee jaar nadat het spoor in gebruik was genomen. Gedurende die eerste twee jaar moest men het met een tijdelijk station doen. Waarom het stationsgebouw later werd gebouwd is niet helemaal duidelijk. Mogelijk wachtte men eerst het doortrekken van het spoor richting de Duitse grens af...
 
 
Onder: Een plattegrondje van Enschede, uitgegeven rond 1925. In die tijd was de stad nog vanuit vijf richtingen per spoor te bereiken, waarvan twee uit Duitsland. Toch is Enschede nooit een belangrijk spoorwegknooppunt geweest, zoals Hengelo dit wel was en nog altijd is. Het oudst -en van oudsher het belangrijkst- is de spoorverbinding met Hengelo (A), gevolgd door dat naar het Duitse Gronau (B). in 1885 en 1890 kwamen de lokaalspoorlijnen gereed richting respectievelijk Neede (C) en Oldenzaal (D). De spoorlijn naar Ahaus (E) werd aan het begin van de twintigste eeuw in gebruik genomen.

Verklaring cijfers:
1 station (Staatsspoor)
2 station Enschede Noord (GOLS)
3 station Enschede Zuid (AE)
4 Bouwhuistunneltje
5 textielfabriek Van Heek
6 textielfabriek Bamshoeve
7 textielfabriek Jannink

 

 

   
Onder: Het GOLS-station Enschede-Noord stond aan de Hengelosestraat, direct ten noorden van het Staatsspoor-station. Ook dit gebouw kwam pas jaren later dan de spoorlijn gereed, namelijk rond 1890. De trein reed er toen al een jaar of vijf. De twee lange vleugels aan weerszijden van het gebouw zijn van later datum. Het stationsgebouw heeft het opvallend lang uitgehouden, maar haalde uiteindelijk haar eeuwfeest helaas net niet. In augustus1989 werd het gebouw door brandstichting verwoest en daarna gesloopt. Op de plaats van het vroegere station Noord kwam in de jaren negentig het Efteling-achtige ITC-gebouw van de Universiteit Twente.
.
Onder: Het zogenoemde "balengebouw" van de Katoenspinnerij Bamshoeve, met op de voorgrond het tracé van de vroegere lokaalspoorlijn naar Oldenzaal. De meeste Emschedese textielfabrieken hadden en eigen spooraansluiting, zo ook de Bamshoeve. Dit was één van de grote fabriekscomplexen in de wijk Roombeek. Ook was het (voor zover ik begrepen heb) één van de laatste Enschedese textielfabrieken dat haar deuren moest sluiten, ze heeft het uiteindelijk tot begin jaren negentig volgehouden. Het enorme fabriekscomplex was daarna nog jarenlang grotendeels intact gebleven, maar op 13 mei 2000 maakte de vuurwerkramp hier een einde aan. Het balengebouw raakte eveneens zwaar beschadigd, maar bleef wel behouden. Bij het herstel ervan liet men enkele inslaggaten bewust zichtbaar.
.
   
   
Onder: Deze onderdoorgang heette officieel de Beckumer Poort, maar was zowel binnen als buiten Enschede beter bekend als het "Bouwhuistunneltje". Naar het schijnt verwees die laatste naam naar een café dat destijds bij het tunneltje stond. Het hoofdspoor richting Hengelo ligt op de dijk, het GOLS-spoor loopt hier onderdoor. Oorspronkelijk was het gebouwd als een onderdoorgang voor het overige verkeer, maar in 1885 werd dit een ongelijkvloerse spoorkruising. Overigens werd het in de laatste decennia van haar bestaan ook weer geschikt gemaakt voor het wegverkeer, vooral fietsers maakten hier dankbaar gebruik van. Nadat in 1972 het goederenverkeer op de vroegere GOLS-lijn werd opgeheven bleef het spoor nog lange tijd liggen, incidenteel was er nog wat goederenverkeer in het havengebied van Enschede. Voor het autoverkeer werd in 1974 naast het Bouwhuistunneltje een nieuwe -en veel bredere- onderdoorgang gebouwd, de Twekkelertunnel. Aan het begin van de jaren negentig werd het spoor dan toch opgebroken en werd het Bouwhuistunneltje dichtgemaakt, maar niet helemaal gesloopt. Pogingen om het tunneltje toch weer in oude luister te herstellen hebben tot nu toe niets opgeleverd, tot op de dag van vandaag ligt de roemruchte onderdoorgang begraven in de spoordijk...
.
(Fotograaf onbekend)
Onder: Een bijzondere foto van station Enschede Zuid, met aan de rechterkant een "Wismar"-railbus. Dit station stond aan de Zuiderspoorstraat, niet ver van het bekende Jannink-fabriekscomplex. Het gebouw leek wel wat op een GOLS-station, maar de zijvleugels waren wel anders. Het gaf het gebouw een eigen, wat rommelig gezicht. Dit station werd in 1903 geopend en was daarmee de laatste die in die periode van onstuimige groei in gebruik werd genomen. Van de drie Enschedese stations heeft deze het kortst heeft bestaan, al na 36 jaar was het gedaan met het reizigersvervoer. In die laatste jaren werd de treindienst met die markante railbussen verzorgd. Station Noord was trouwens twee jaar eerder (1937) al gesloten. Het stationsgebouw overleefde de Tweede Wereldoorlog niet en werd daarna gesloopt. het emplacement bleef echter nog tot in de jaren zeventig in gebruik voor het goederenvervoer. Omstreeks het jaar 1974 werden alle sporen opgebroken, later werd hier de Zuiderval aangelegd. Alleen enkele straatnamen, waaronder de Zuiderspoorstraat, herinneren nog aan het vroegere station...
.
 
 
   

 

  Free counter and web stats versie: 7-08-2015