|
|
In
oude glorie verbouwd
Het Eindhovense station is inmiddels een
rijksmonument en heeft een eervolle plek gekregen in de Top 100
Nederlandse monumenten 1940-1958. Het was destijds één
van de jongste stationsgebouwen dat ooit de status van rijksmonument
kreeg. Maar Eindhoven behoort ook, qua reizigersaantallen, tot de
tien grootste stations van ons land, het is veruit het drukste station
bezuiden de grote rivieren. Om al die reizigers -en dat aantal is
nog steeds groeiende- te kunnen blijven verwerken zijn diverse aanpassingen
nodig geweest, zo kwam onlangs nog een zeer omvangrijke verbouwing
gereed die zo'n vijf jaar heeft geduurd.
Met name in de afgelopen drie decennia zijn diverse veranderingen
in en om het station doorgevoerd. De moderne reiziger verlangde
inmiddels méér dan alleen een gebouw waar vandaan
met de trein kon worden gereisd. Zo werd rond 1990 de toch al vrij
geringe breedte van de perrontunnel wat verder versmald door de
inbouw van enkele winkeltjes langs de westelijke wand. Bij die verbouwing
verdween een aantal karakteristieke elementen van Van Ravesteyn,
waaronder de meeste lichtarmaturen. Waarschijnlijk verdwenen toen
ook de vloermozaieken van J. Boon. In diezelfde tijd werd gebouwd
aan een tweede (!) stationsgebouw, ten noorden van het spoor. Niet
omdat het bestaande gebouw niet meer voldeed -integendeel zelfs-
maar er kwamen toen al meer reizigers via de noordelijke toegang
het station binnen dan via de officiële entree, vooral dankzij
de aanwezigheid van de Technische Universiteit en de Hogeschool
Eindhoven in de nabije omgeving. De oude noordelijke toegang was
daar eigenlijk niet op berekend. Het aantal reizigers dat via de
noordkant het station binnenkwam zou alleen maar fors toenemen door
het besluit het busstation naar deze kant van het spoor te verplaatsen.
Er kam dan ook een nieuwe entree, die meer is dan alleen een toegang.
Architect J. Bak ontwierp in feite een tweede stationsgebouw, destijds
nog voorzien van een eigen plaatskaartenkantoor. Het werd ondergebracht
in een fors kantoorgebouw van vier bouwlagen, een mengvorm die in
de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw vaker werd toegepast.
Bij eerdere voorbeelden (zoals de stations Den Haag Matiahoeve of
Veenendaal Centrum) bleek de toegang van het station maar matig
te vinden te zijn. Bij het gebouw "Noordzijde", zoals
dit deel van het station wordt genoemd, zorgde de architect ervoor
dat deze duidelijk gemarkeerd wordt. De ingang is wat teruggetrokken,
het als bij het hoofdgebouw. Daarboven is de gevel wat naar buiten
gebogen. Hier is ze bekleed met rode tegels, terwijl de rest van
het gebouw juist een lichte kleur heeft
Ondertussen veranderde het hoofdgebouw steeds meer in een soort
mini-winkelcentrum, dit gebeurde vanaf de jaren negentig bij alle
grote stations. Om winkelruimte mogelijk te maken werden de loketten
naar de rechterkant van de hal verplaatst. Op de plek waar voorheen
het plaatskaartenkantoor was werden vervolgens winkeltjes en eetgelegenheden
ingericht. Kennelijk was dit nog niet voldoende, ook bij de ingang
werd winkelruimte gecreëerd. Zo werd hier een soort ellipsvormige
kiosk gebouwd, waarin een platenzaak kwam. Dit ging ten koste van
één van de toegangen.
Aan het begin van de huidige eeuw vormde de smalle perrontunnel
een steeds groter wordend probleem. Doordat in de jaren ervoor het
spoor tussen Eindhoven en Boxtel was verdubbeld naar vier groeide
het reizigersaanbod enorm. Het station, dat inmiddels een rijksmonument
was geworden voldeed niet meer. Vanaf 2013 begon dan ook een grootscheepse
verbouwing, die uiteindelijk bijna vijf jaar in beslag zou nemen.
Belangrijkste element hierin was de aanleg van een nieuwe, en veel
bredere perrontunnel. Deze werd met een breedte van ongeveer 35
meter ruim vier keer zo breed als de bestaande onderdoorgang, meer
dan genoeg om alle winkeltjes uit zowel de oude tunnel als de stationshal
een plekje te kunnen geven. De opgangen naar de perrons werden eveneens
breder. Aan weerszijden van elke trap is een roltrap. Ook werden
liften geplaatst, waardoor de oude goederenliften niet meer nodig
zijn. de nieuwe tunnel moest natuurlijk ook een brede doorgang naar
de hal krijgen. Hiertoe werd de plek van het vroegere lokettenfront
gebruikt. De oude perrontunnel bleef bestaan en werd zelfs zoveel
mogelijk weer in de oorspronkelijke staat hersteld, compleet met
replica's van de lichtarmaturen en de vloermozaïeken. Helaas
verdween de doorgang onder het grote appliquévenster, de
oude tunnel is uitsluitend via de nieuwe bereikbaar. De grote hal
werd eveneens weer in oude staat teruggebracht. Alle later aangebrachte
toevoegingen zijn inmiddels verdwenen, zelfs de wand tussen het
vroegere restaurant en de hal werd verwijderd. Het vroegere restaurant
is nu een trefpunt geworden. Alleen is het wel jammer dat de karakteristieke
hanglampen lijken te zijn vervangen door replica's
Op 22 maart 2018 werden zowel de gerenoveerde hal als de nieuwe
onderdoorgang officieel in gebruik genomen. Die laatste was toen
al geruime tijd in gebruik, datzelfde gold ook voor de 1900 zonnepanelen
die op het dak van de perronoverkapping zijn aangebracht. Deze wekken
ongeveer 60 procent van de energie op dat dagelijks op station Eindhoven
wordt gebruikt. Ondanks de aanwezigheid van die zonnepanelen zal
-ter afsluiting- ook de perronoverkapping weer haar oorspronkelijke
uitstraling krijgen. De bekende bailey-panelen, die op dit station
al sinds mensheugenis een soort roestrode kleur hebben, worden binnenkort
olijfgroen
|
|
Boven:
In 1991 kreeg Eindhoven een tweede stationsgebouw, op de plek
waar voorheen al een aparte toegang was. die werd voornamelijk
gebruikt door studenten van zowel de Technische Universiteit als
de Hogeschool Eindhoven. Beide zijn gevestigd nabij de noordelijke
entree. Uiteraard wordt ze ook door bewoners van de noordelijke
stadswijken gebruikt. Die noordelijke toegang, toen nog een soort
houten noodgebouwtje, kon het reizigersaanbod allang niet meer
aan en het plan om ook het busstation naar deze kant van het spoor
te verplaatsen deed NS besluiten hier een volwaardig stationsgebouw
te bouwen. Het gebouw is een ontwerp van architect J. Bak en is
in feite een kantoorgebouw met op de begane grond stationsfaciliteiten.
Toch heeft de architect ervoor gezorgd dat het station duidelijk
te herkennen is...
|
|
Onder:
Dit is de hal van het noordelijke entreegebouw, zoals deze er
nu uitziet. Ook deze ruimte werd in de afgelopen jaren flink verbouwd,
om zo bij de nieuwe perrontunnel te kunnen aansluiten. Alhoewel
de ruime beduidend kleiner is dan de hal van het stationsgebouw
is het bepaald niet krap te noemen. Dat moet ook wel, deze ruimte
verwerkt dagelijks meer reizigers dan het eigenlijke stationsgebouw...
.
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
De nieuwe onderdoorgang is een enorme verbetering ten aanzien
van de oude perrontunnel. En omdat die laatste ook bleef bestaan
en werd ontdaan van de later toegevoegde winkeltjes werd de
tunnelcapaciteit letterlijk verveelvoudigd. De nieuwe tunnel
ligt pal naast de oude, aan de rechterkant is nog net een
deel van één van de trappen naar de oude onderdoorgang
te zien. Dit betekent echter wel dat ook de nieuwe tunnel
wat onhandig ligt ten opzichte van de perrons. Oftewel; bij
het overstappen naar een ander perron kan de loopafstand nog
steeds fors zijn...
.
|
|
|
|
|
OOnder:
De oude perrontunnel heeft eveneens een gedaantewisseling ondergaan,
zij werd zo goed als helemaal in de oude staat teruggebracht,
alleen de blauwe wand aan de rechterkant -waar voorheen de winkeltjes
zaten- is niet origineel. Toch is de metamorfose meer dan geslaagd
te noemen, de replica's van de X-vormige plafondlampen geven een
goed idee hoe de tunnel er oorspronkelijk uitzag. De vloermozaïeken
maken het beeld compleet. Ook dit zijn trouwens kopieën.
Die blauwe lichtgevende wand ia een kunstwerk van Daan Roosegaarde,
die eerder het lichtkunstwerk "Rainbow Station" in de
perronkap van Amsterdam Centraal had bedacht...
.
|
Onder:
Niet alleen de nieuwe onderdoorgang is veel breder, dit geldt
zeker ook voor de trappen naar de perrons. Er zijn zelfs per trap
twee roltrappen. Ook kreeg het station (eindelijk!) personenliften,
waardoor de oude goederenliften in principe niet meer nodig zijn.
Op deze foto heeft de overkapping nog haar oude kleur, maar op
dit moment van schrijven (mei 2018) krijgt ze een welverdiende
schilderbeurt en zal uiteindelijk olijfgroen worden, de kleur
die ze oorspronkelijk had én die zo kenmerkend is voor
bailey-panelen. Dat zal ongetwijfeld even wennen zijn, aangezien
de overkapping het grootste deel van haar bestaan roestrood is
geweest
.
|
|
|
|
|
Onder:
Niet alleen de oude perrontunnel werd weer in de oorspronkelijke
staat teruggebracht, ook de stationshal werd weer in ere hersteld.
Alle later aangebrachte toevoegingen, waaronder de niet bijster
fraaie verlichting, zijn verwijderd en enkele details die waren
verdwenen keerden weer terug. Denk hierbij aan de kantooretages,
waar de voorgevels ter hoogte van de kolommen weer wat terugwijken.
De kolommen zelf zijn weer geheel zwart en -last but not least-
de drie ronde vensters met glasappliqué's zijn weer zichtbaar.
De plek waar oorspronkelijk het plaatskaartenkantoor was is nu
een brede doorgang naar de nieuwe perrontunnel. De oude doorgang,
onder het grote appliquévenster, is helaas afgesloten...
.
|
Onder:
Een uniek uitkijkje op zowel het stationsgebouw als de perronoverkapping.
Tussen 2013 en 2015 vertrok de sprinter naar Tilburg vanaf spoor
34, waar een tijdelijk perron was gebouwd op de plek waar voorheen
het postperron was. Op die manier kon gedurende de bouw van de
nieuwe perrontunnel steeds één van de drie perrons
buiten bedrijf worden gesteld, zonder dat de dienstregeling eronder
leed. Dat opvallende spoornummer werd in de dagelijkse praktijk
ook echt gebruikt, Eindhoven had hierdoor tijdelijk het op één
na hoogste perronnummer van ons land (na station Nijmegen, met
haar bekende spoor 35)...
.
|
|
|
|
|
versie: 30-05-2018 |