|
|
Het
ontstaan van een industriestad
STATION
I |
|
|
|
|
Maatschappij: |
Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen (Staatsspoor) |
Architect: |
K.H. van Brederode |
Bouwjaar:
|
1866 |
Verbouwd: |
1885 |
Gesloopt: |
1915 |
|
|
|
|
Wie aan Eindhoven denkt, denkt nog altijd
bijna automatisch aan Philips. Maar de stad is zoveel meer dan alleen
die elektronicagigant, want al ver voordat Philips werd opgericht
was Eindhoven een bloeiende industriestad. De geschiedenis van Eindhoven
gaat uiteraard veel verder terug dan de tijd van de de industriële
revolutie.
In tegenstelling tot veel andere steden, die als nederzetting zijn
ontstaan, lijkt het er op dat Eindhoven aan het begin van de dertiende
eeuw werd gesticht. Al vrij kort hierna (1232) kreeg de plaats stadsrechten.
Eeuwenlang bleef het een klein stadje aan de Dommel, waarbij de
huidige Emmasingel, Keizersgracht, Wal en Vestdijk de begrenzing
vormden. Dat veranderde aan het begin van de negentiende eeuw, wanneer
de industrie begint op te komen. Al in 1800 waren er in de stad
enkele katoen- en linnenfabrieken. Ook waren er een aantal leerlooierijen
en er waren diverse hoedenfabrieken. Vooral die laatste waren sterk
in Eindhoven vertegenwoordigd. Naast de hoeden was ook de tabaksindustrie
belangrijk in de stad, waarbij Karel I (waarvan oprichter en directeur
Van Abbe aan de basis heeft gestaan van het Van Abbemuseum) en Mignot
& De Block (waar onder meer Senator-sigaren en Mascotte-vloeitjes
werden geproduceerd) bekendste waren. De belangrijkste industrie
van Eindhoven was in die tijd was de fabricage van lucifers. Het
was deze industrie waaraan Eindhoven haar bijnaam "Lichtstad"
dankt. Een belangrijke aanjager van deze bedrijvigheid was de ingebruikname
van het Eindhovens Kanaal in 1846. Alhoewel er toen al enkele spoorlijnen
in ons land waren zou het nog jaren duren voordat het spoor ook
Eindhoven zou bereiken
Zoals bij meer opkomende industriesteden het geval was moest ook
Eindhoven tot 1860 wachten. In dat jaar werd de Spoorwegwet aangenomen,
die de aanleg van diverse nieuwe spoorlijnen in ons land regelde.
Deze Staatslijnen werden aangeduid met de letters A tot en met I
en de letter K. De spoorlijn die in Eindhoven werd aangelegd was
Staatslijn E, die liep van Breda via Tilburg en Boxtel naar Eindhoven.
Daarvandaan ging vervolgde het spoor haar weg naar Venlo, Roermond
en Maastricht. De spoorlijn kwam tussen 1863 en 1866 gereed, waarbij
het gedeelte tussen Breda en Tilburg al in de herfst van 1863 klaar
was. Het zou echter nog tot de zomer van 1866 duren voordat ook
Eindhoven haar station had. Dat eerste station stond in de toenmalige
gemeente Woensel, direct ten noorden van Eindhoven. Dit omdat destijds
de gemeentegrens vrijwel parallel langs de Emmasingel en de Vestdijk
liep. Omdat het een station aan een Staatslijn betrof was het stationsgebouw
een standaardgebouw van het type derde klasse. Een relatief fors
gebouw, gezien de grootte van het toenmalige stadje. Dat had wellicht
te maken met het feit dat de bevolking ook toen al sterk groeide.
Daarnaast werd het station al van meet af aan een knooppunt, zij
het aanvankelijk nog op zeer bescheiden schaal. Ongeveer gelijktijdig
met de Staatslijn werd namelijk ook de spoorlijn naar het Belgische
Hasselt in gebruik genomen, waardoor Eindhoven een internationale
verbinding kreeg. Een verbinding die -zoals al eerder aangegeven-
maar weinig succesvol bleek. Toch groeit het belang van het station,
vooral nadat in 1870 het spoor tussen Boxtel en Utrecht gereed komt
en de stad zeven jaar later een rechtstreekse verbinding met Rotterdam
en Den Haag kreeg. Eindhoven had nu rechtstreekse verbindingen met
(bijna) alle grote steden in ons land en het duurde dan ook niet
lang voordat het station moest worden uitgebreid.
In de jaren 1885 en 1886 onderging het stationsgebouw een ingrijpende
verbouwing. Het kreeg nieuwe zijvleugels die fors groter werden.
Het centrale deel werd eveneens uitgebreid, hier werd een forse
voorbouw geplaatst. Die laatste viel vooral op door de grote omlijsting
van de stationsklok, boven de ingang. Door deze aanpassingen kreeg
het gebouw nogal merkwaardige verhoudingen. Desondanks heeft deze
uitvoering het wat langer uitgehouden dan het originele gebouw.
Toch bleven er nog twee grote bezwaren. Allereerst was de verbinding
met Maastricht nog altijd erg lang, via Venlo en Roermond. Van een
kortere route via Weert, waaroverigens toen al heel lang voor werd
gepleit, was nog lang geen sprake. Het andere bezwaar was dat het
station nog altijd in de gemeente Woensel stond, de vele verzoeken
om een grenscorrectie ten spijt. Pas in 1921 zou hieraan een einde
komen
|
|
Boven
en onder: Twee ansichtkaarten van het eerste station van Eindhoven.
De bovenste kaart toont het stationsgebouw, daaronder een blik
op de perronzijde ervan. Dat eerste station stond iets ten zuiden
van het huidige exemplaar, ongeveer op de plek waar nu zich het
VVV-kantoor, het Philips-beeld bevinden. De foto van de onderste
kaart werd waarschijnlijk vanaf de Vestdijk gemaakt, waar toen
nog een grote overweg was. Oorspronkelijk was het eerste station
een standaardstation van Staatsspoor (een zogenoemd Waterstaat
station), met een stationsgebouw van het type derde klasse. Hetzelfde
type gebouw zoals nog altijd is te vinden in Harlingen en Winschoten.
De beide kaarten \zijn van na 1886, nadat het stationsgebouw grondig
was verbouwd. Alleen aan de bovenverdieping van het centrale deel
is nog te zien dar het ooit een Waterstaatgebouw was. In deze
uitvoering heeft het stationsgebouw ongeveer 24 jaar bestaan,
zo'n vier jaar langer dan het oorspronkelijke gebouw...
.
|
|
|
|
|
|
Onder:
Op de hoek van de Hoogstraat en de Hogenkampweg Zuid staat het
laatste overblijfsel van de vroegere spoorlijn naar Valkenswaard
en België. Het is de voormalige wachtpost 38, één
van de ruim veertig wachthuisjes die langs deze lijn hebben gestaan.
De spoorlijn Eindhoven-Hasselt werd ongeveer gelijktijdig met
de Staatslijn in gebruik genomen. Een groot succes was deze spoorlijn
bepaald niet, al in 1939 werd het reizigersvervoer voor de eerste
keer gestaakt. Na een korte opleving tijdens de Tweede Wereldoorlog
volgde de definitieve sluiting eind 1945. Voor het goederenvervoer
bleef de lijn nog enige tijd in gebruik. Het deel tussen Eindhoven
en Valkenswaard werd echter aan het einde van de jaren vijftig
gesloten, vanwege de bouw van het nieuwe station moest het spoor
vanuit Valkenswaard worden verlegd naar Geldrop. Het spoor in
westelijk Eindhoven werd waarschijnlijk al snel hierna opgebroken,
alleen bij de Emmasingel bleef nog lange tijd een klein stukje
liggen ten behoeve van de Philipsfabriek in het centrum...
.
|
Onder:
Al ver voordat Philips werd opgericht was Eindhoven een industriestad,
met een verscheidenheid aan industrie. Het bekendst was de fabricage
van lucifers, sigaren en hoeden. Maar ook de textielindustrie
was hier goed vertegenwoordigd, al werd Eindhoven nooit een echte
textielstad zoals Tilburg. Een mooi voorbeeld hiervan was de vroegere
linnenfabriek Van den Briel en Verster. Dit bedrijf was gevestigd
in de Dommelstraat, vlakbij het station en aan het kleine riviertje
Dommel. Het fabrieksgebouw werd aan het begin van deze eeuw gesloopt,
waarbij een deel van de voorgevel en een spoelhuisje (het witte
gebouw op de achtergrond) bewaard zijn gebleven. Op een deel van
het vroegere fabrieksterrein werd het nieuwe poppodium Effemaar
gebouwd, die eerder in het voormalige fabrieksgebouw was gevestigd.
Die naam is trouwens niet toevallig gekozen: een effenaar is een
machine die veelvuldig in de textielindustrie werd gebruikt...
.
|
|
|
|
|
versie: 29-06-2017 |