|
|
DEURNE
|
|
 |
|
|
Afkorting: |
Dn |
Maatschappij: |
Nederlandse
Spoorwegen (NS) |
Type: |
Standaardtype
Douma |
Architect: |
C.
Douma |
Bouwjaar:
|
1976 |
Baanvak: |
Eindhoven - Venlo |
|
|
|
|
|
|
“Dit dorp, ik weet nog hoe het was…”
Een bekende regel uit misschien wel één van de bekendste Nederlandstalige liedjes aller tijden: Het Dorp van Wim Sonneveld. Dit lied gaat over Deurne, en de enorme gedaantewisseling die dit dorp in de tweede helft van de twintigste eeuw doormaakte. Het is het dorp waar de schrijver van dit lied -en tevens partner van Wim Sonneveld- Friso Wiegersma is geboren en getogen. Hij zag met eigen ogen het boerendorp Deurne veranderen in een forenzenplaats…
Deurne ligt in het oosten van de provincie Noord-Brabant, ongeveer halverwege de route Eindhoven – Venlo. Het bevindt zich in de Peel, ooit een onontgonnen en moeilijk begaanbaar hoogveengebied. Desondanks wordt Deurne al sinds de vroege middeleeuwen bewoond, blijkens een oorkonde bestaat de plaats al ruim 1300 jaar. Het was een kerkdorp, met een centrumfunctie voor de omliggende nederzettingen. Toch bleef Deurne tot ver in de negentiende eeuw een vrij kleine en geïsoleerd gelegen dorp. Dit veranderde toen rond 1850 de grootschalige vervening in de Peel begon. Dit werd het begin van een periode waarin Deurne enorme ontwikkelingen doormaakte, vooral toen het middels nieuwe land- en waterwegen veel beter bereikbaar werd. Die bereikbaarheid werd in 1866 verder verbeterd dankzij de ingebruikname van de spoorlijn Eindhoven-Venlo. Het was het sluitstuk van de Staatslijn Breda-Maastricht, ook wel Staatslijn E genoemd. Deze spoorverbinding werd tussen 1863 en 1866 in fases aangelegd en in gebruik genomen. Dat de spoorlijn langs Deurne werd gelegd -en dus niet rechtstreeks tussen Eindhoven en Venlo -had waarschijnlijk te maken met de sterk opkomende industrie in de stad Helmond, dat daardoor ook moest worden aangedaan. Daarnaast werd getracht om zoveel mogelijk het veengebied te mijden. Het station kwam hierdoor bijna een kilometer van het toenmalige dorp te staan. Het zal geen verbazing wekken dat het eerste station van Deurne een standaard-stationsgebouw kreeg, en wel één van het type vijfde klasse.
Dat dit kleinste type stationsgebouw toch net iets te klein was werd duidelijk aan het einde van de negentiende eeuw. In 1892 werd het daarom met twee korte vleugels uitgebreid. In die nieuwe bouwdelen werden verbeterde wachtruimten ingericht, waardoor er nu ook een scheiding kon worden gemaakt tussen de derde klasse en de eerste en tweede klasse. Aan het begin van de twintigste eeuw werd het station opnieuw verbouwd. Het spooremplacement werd uitgebreid en het middendeel van het stationsgebouw kreeg een extra bouwlaag. Na de Tweede Wereldoorlog werd het oorspronkelijke station nog twee keer verbouwd. De eerste keer was rond 1956, toen volop werd gewerkt aan de elektrificatie van het spoor tussen Eindhoven en Venlo. Het emplacement van station Deurne ging flink op de schop, waarbij het smalle tweede perron plaatsmaakte voor een volwaardig eilandperron. Opmerkelijk genoeg schoof deze enkele tientallen meters op naar het oosten, waardoor de perrons vanaf dat moment in een soort bajonetligging waren gepositioneerd. In 1965 was het stationsgebouw aan de beurt. De volledige bovenverdieping werd gesloopt, waarbij het middendeel nog wel een wat hogere kopgevel kreeg. Achteraf bezien was het een nogal zinloze verbouwing, aangezien het stationsgebouw enige jaren later alsnog tegen de vlakte zou gaan.
Voordat dit gebeurde werd er eerst een geheel nieuw stationsgebouw neergezet. Deze werd zo’n veertig meter ten oosten van het oude exemplaar gebouwd. Evenals haar voorganger werd ook dit een standaard-stationsgebouw. En toch ook weer niet, want speciaal voor Deurne werd nog eenmaal het Standaardtype Douma “Plint” gerealiseerd. Waarom voor dit oudere, maar wel luxere type werd gekozen is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk had het toenmalige gemeentebestuur zich verzet tegen de bouw van het vereenvoudigde type, zoals eigenlijk de bedoeling was. Hoe het ook zij; Deurne kreeg een stationsgebouw dat vrijwel een kopie was van het gebouw dat vijf jaar eerder in het Noord Hollandse Anna Paulowna was gebouwd. Net als dat gebouw heeft het Deurnse stationsgebouw in grote lijnen dezelfde vorm als de eenvoudiger uitgevoerde soortgenoten, al ontbreken de forse houten liggers. Ook is het -dankzij de plint- wat hoger en zijn de wanden wat luxer afgewerkt met geglazuurde stenen. Toch kan men zich afvragen wat de meerwaarde is van die duurdere afwerking; de donkere kleur maakt het gebouw nogal somber. Feit is echter wel dat voor het stationsgebouw van Venray, dat vrijwel gelijktijdig met dat van Deurne werd gebouwd, grauwe bakstenen werden gebruikt…
Station Deurne behield tot het begin van de huidige eeuw haar loket. Inmiddels heeft het gebouw al geruime tijd een horecafunctie. Opmerkelijk genoeg is het een intercityhalte, op werkdagen stoppen en vertrekken er niet minder dan acht van dergelijke treinen. Daarnaast is dit station het begin- en eindpunt voor de sprinter naar ’s-Hertogenbosch, deze vertrekt vanaf kopspoor 3.
|
.
Boven en onder: Het huidige stationsgebouw van Deurne kwam in 1976 gereed en is een standaardgebouw van het type “Plint”. Het was het allerlaatste gebouw van dit type dat werd gebouwd, vijf jaar nadat het voorlaatste exemplaar was opgeleverd. Eigenlijk moest hier een vereenvoudigde versie van dit type gebouw komen, hetzelfde type dat in datzelfde jaar in Venray werd gebouwd. De iets grotere hoogte, de trap en de geglazuurde stenen geven het gebouw een wat luxere uitstraling, maar door de donkere, sombere kleur wordt dit meteen weer tenietgedaan. Ook is het vloeroppervlak iets kleiner dan dat van haar Noord-Limburgse soortgenoot. Het loket werd ergens rond het jaar 2003 opgeheven, tegenwoordig is er een broodjeszaak in gevestigd. Het ronde uurwerk werd nog niet zo heel lang geleden aangebracht. Blijkbaar moest men hiervoor een nieuwe stroomaansluiting maken, het oogt in ieder geval nogal knullig…
.
|
|
|
|
|
|
|
Onder: Station Deurne heeft momenteel twee perrons en drie sporen, waarbij het derde spoor een kopspoor is. Deze wordt vrijwel uitsluitend gebruikt door de sprinter, die hier haar begin- en eindpunt heeft. Beide perrons zijn nog relatief jong, zo werd het eilandperron aan het einde van de jaren vijftig aangelegd. Het eerste perron is zelfs nog wat jonger, deze werd (waarschijnlijk) gelijktijdig met het huidige stationsgebouw gebouwd. Het eerste stationsgebouw stond namelijk enkele tientallen meters westwaarts. Op deze plek zijn nu de fietsenstallingen te vinden.
.
|
|
|
|
|
|
Onder (beide afbeeldingen): Het eerste stationsgebouw van Deurne was ook al een standaardgebouw, een “Waterstaatgebouw” van het type vijfde klasse. De foto links toont het gebouw zoals het er na 1912 uitzag, het was toen vrijwel identiek aan het -nog altijd bestaande- stationsgebouw van station Horst-Sevenum. Op de foto zijn twee bijgebouwen te zien, links een goederenloods en rechts (vermoedelijk) een toiletgebouwtje. De foto rechts toont hetzelfde, Deurnse stationsgebouw, maar dan zoals het er gedurende de laatste jaren van haar bestaan bij stond. Merk ook op dat de twee perrons destijds in een “verschoven” positie lagen. De helling aan de rechterkant hoort bij het eilandperron, dat in de jaren vijftig werd aangelegd en nog altijd in gebruik is. Het eerste perron zou in de jaren zeventig ook naar het oosten opschuiven.
.
|
Bron: Ansichtkaart |
|
|
|
|
|
Onder: Een heel bijzondere foto; vanuit de richting Venlo komt een trein aan, getrokken door een locomotief uit de serie 2600. Deze zware diesellocs waren zo storingsgevoelig dat maar een jaar of vijf hebben dienstgedaan. Daarbij reden ze vrijwel uitsluitend in de omgeving Eindhoven, waar ze hun onderhoud kregen. Helemaal aan de rechterkant is nog net een stukje van het oorspronkelijke tweede perron te zien. Zoals gebruikelijk bij Staatsspoorstations had ook dit station twee smalle perrons met daartussen slechts één spoor.
.
|
Onder: Sinds enige jaren staat naast het stationsgebouw en op de rand van het eerste perron dit opmerkelijke kunstwerk, ontworpen door D. Verberne. Het is een klein deurtje, deze staat op een kiertje open om zo een welkom in Deurne te symboliseren. Aan deze kant van het deurtje staat het nogal cryptische opschrift “-NE”, waarmee uiteraard Deurne wordt bedoeld. Aan de andere zijde staat op een zelfde manier “deur – ZE” te lezen, zoals het dorp in het plaatselijke dialect wordt genoemd. Het kunstwerk heet trouwens “Het Deurtje van Deurne”. “Open Deur” was mijns inziens meer toepasselijk geweest…
.
|
|
|
|
|
versie:
1-05-2021
|