| |
Station
Rhijnspoor / Staatsspoor
| | |
Afkorting: | Gvr |
Maatschappij: | Nederlandsche
Rhijnspoorweg Maatschappij (NRS) | Architect: | A.W.
van Erkel | Bouwjaar:
| 1870 |
Gesloopt: | 1974 | | | | |
| |
De geschiedenis
van het huidige station Den Haag Centraal begint in 1870, als in dat jaar de spoorlijn
Gouda - Den Haag gereed komt. Deze werd door de Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij
(NRS) aangelegd als een zijtak van de spoorlijn Utrecht - Rotterdam, welke in
1856 gereedkwam. Voor Den Haag was dit het tweede station, de Hofstad had immers
al sinds 1843 een station aan de spoorlijn Amsterdam - Rotterdam (de Oude Lijn).
Net als in Amsterdam en in Rotterdam mocht de NRS geen gebruik maken van het bestaande
station en moest het een eigen station bouwen. Deze verrees nabij het Koekamp,
wat in die tijd de noordoostelijke rand van de stad was. Aanvankelijk heette het
station Den Haag NRS, in de volksmond werd dit echter al snel "het Rhijnspoorstation".
Deze naam werd in 1890 gewijzigd in "Staatsspoorstation", nadat de NRS
door de Staatsspoorwegen was overgenomen. De oude naam ging trouwens niet helemaal
verloren, zo behield het tot de officiële opening van Den Haag Centraal haar
oude afkorting Gvr ('s-Gravenhage Rhijnspoor). Ook de naam van de straat waaraan
het station staat (Rijnstraat) is een directe verwijzing
Alhoewel Den
Haag het eindpunt werd van de spoorlijn uit Utrecht werd het station geen kopstation,
het stationsgebouw werd parallel langs het spoor gebouwd. De reden hiervoor was
dat er een mogelijkheid werd opengehouden de spoorlijn in een later stadium door
te trekken naar Scheveningen, iets wat overigens nooit is gebeurd. Het stationsgebouw
was een ontwerp van architect A.W. van Erkel en bestond uit een hoog en breed
middendeel, twee lagere zijvleugels en twee forse uitbouwen. De twee lagere vleugels
waren aan de voorzijde waren aan de voorzijde wat terugwijkend ten opzichte van
het middendeel en de eindgebouwen, de perronzijde bestond uit één
doorlopende gevel, die alleen in hoogte versprong. De eindgebouwen staken aan
de voorzijde zelfs wat verder naar voren dan het middendeel. Hierdoor was het
mogelijk om tussen de eindgebouwen een brede luifel te plaatsen, waardoor er een
overduidelijke ingang was. Het meest karakteristieke aan het gebouw was de dubbele
overkapping, waarvan er één als perronoverkapping fungeerde. De
andere was aan weerszijden van het gebouw aangebracht, waarbij het exemplaar aan
de rechterkant voor een (deels) overdekt laad/losperron zorgde. De kap die tegen
de linker zijgevel was geplaatst fungeerde als rijtuigenkap, de koetsiers hoefden
hierdoor niet in de regen op hun passagiers te wachten. Het spreekt dan ook voor
zich dat hier de uitgang van het station was. Die overkappingen waren trouwens
opgebouwd met sikkelvormige spanten en werden vervaardigd door de Haagse firma
Enthoven. Diezelfde ijzergieterij maakte later ook de bekende overkappingen van
station Hollands Spoor. Over station Hollands Spoor gesproken, zoals wellicht
bekend beschikt dat station over een koninklijke wachtkamer. Maar ook het Staatsspoorstation
had er één. Opmerkelijk genoeg werden beide koninklijke vertrekken
in dezelfde periode gebouwd, namelijk rond 1892. Ook werden ze door dezelfde interieurbouwer
gemaakt; de Haagse firma Mutters
De twee Haagse stations waren niet alleen
elkaars concurrenten, ze waren (en zijn nog altijd) middels een verbindingsboog
met elkaar verbonden. Maar die kwam niet bepaald zonder slag of stoot. Toch werd
deze al vrij snel na de bouw van het Staatsspoorstation aangelegd.
|
. Boven:
De voorloper van het huidige station Den Haag Centraal, station Staatsspoor, kwam
in 1870 gereed. Het stationsgebouw werd ontworpen door architect A.W. van Erkel,
die daarbij werd geassisteerd door ingenieur Verloop. Van Erkel ontwierp enkele
jaren eerder het toenmalige stationsgebouw van Arnhem, en er zijn dan ook best
wel wat overeenkomsten te bespeuren. Feitelijk was het Haagse station een wat
grotere versie van het Arnhemse exemplaar. Wat bij dit gebouw meteen opviel was
de forse luifel aan de voorgevel, die de gehele breedte tussen de eindgebouwen
besloeg. Het gebouw stond langs het spoor, anders dan het huidige station Centraal
was dit dus geen kopstation. Toen dit station werd gebouwd werd nog nagedacht
om de spoorlijn in een later stadium door te trekken naar Scheveningen. Zo ver
kwam het niet, in plaats daarvan kwam er een tramlijn, die trouwens hier op de
voorgrond is te zien. Overigens werd deze foto uit 1930 vanaf ongeveer dezelfde
plek genomen als de foto van het huidige station Centraal bovenaan de vorige pagina.
Alleen de naam ven de straat (Rijnstraat) is nog hetzelfde... .
| |
| | | | Onder:
Van het Staatsspoorstation zijn genoeg foto's te vinden, alleen niet van het interieur.
Deze foto toont het plaatskaartenkantoor, zoals het er rond 1940 uitzag. Het was
een behoorlijk forse ruimte, het station telde dan ook minstens zes loketten.
Hoeveel het er precies waren is mij niet bekend. Van de overige ruimtes in het
gebouw is erg weinig beeldmateriaal beschikbaar, enige uitzondering is de koninklijke
wachtkamer. (zie ook de foto hiernaast) Niet alleen bestaat er meer dan voldoende
beeldmateriaal met daar op deze ruimte, het interieur zelf is óók
bewaard gebleven..! .
| Onder:
De koninklijke wachtkamer van station Staatsspoor werd rond 1891 gebouwd, zo'n
twee jaar voordat het nieuwe stationsgebouw van Hollands Spoor er ook één
kreeg. Hoezo concurrentie? In dat kader lijkt het dan ook opmerkelijk dat beide
koninklijke vertrekken door hetzelfde bedrijf werd gebouwd. Maar zo vreemd was
dat niet, de Koninklijke Nederlandse Meubelfabriek H.P. Mutters en Zoon uit Den
Haag was namelijk al jaren letterlijk "Hofleverancier". Overigens zijn
beide koninklijke wachtkamers bewaard gebleven, óók die van het
vroegere Staatsspoorstation. Deze is nu te zien in het Spoorwegmuseum. .
| | | | | Onder:
Eén van de opvallendste elementen van dit station waren de boogkappen.
Deze bestonden uit opvallende sikkelvormige spanten van welijzer. De overkapping
leek sterk op het oorspronkelijke exemplaar van station Zwolle, die twee jaar
eerder (1868) werd gebouwd. De Haagse overkappingen werden gemaakt door de bekende
Haagse ijzergieterij Enthoven, een bedrijf dat meer stationsoverkappingen bouwde.
Het bekendste voorbeeld is ongetwijfeld de overkapping van het station dat pal
naast de ijzergieterij stond: Hollands Spoor... .
| Onder:
Een blik op het emplacement, met op de achtergrond het station Staatsspoor. Een
trein, getrokken door een stoomlocomotief uit de serie 3700, is zojuist vertrokken
en is op weg richting Gouda. De foto werd aan het einde van de jaren twintig of
het begin van de jaren dertig gemaakt. Van bovenleidingen was toen nog geen sprake,
die zou pas in de tweede helft van de jaren dertig worden aangelegd. Helemaal
aan de linkerkant is nog net het verbindingsspoor naar station Hollands Spoor
te zien. .
| | | | | Onder:
Een echte Van Gogh op deze site? Jazeker, deze tekening van het toenmalige Rhijnspoorstation
werd door niemand minder dan Vincent van Gogh gemaakt. Dat deed hij tijdens de
periode dat hij in Den Haag woonde, van 1881 tot 1883. Dit is trouwens niet het
enige werk van de meester waarop dit station staat afgebeeld, ook op het schilderij
"Knotwilg" schilderde Van Gogh enkele gebouwen van station Rhijnsspoor.
Daarbij moet wel worden opgemerkt dat daar de gebouwen wat minder herkenbaar zijn
dan bij deze tekening. Het is overigens eigendom van Het Kunstmuseum in Den Haag,
het vroegere Gemeentemuseum. .
| | | | |
versie: 30-05-2023 |