Via een vrij krappe tunnel worden de twee
eilandperrons bereikt. Zoals bekend zijn de perrons, samen met de
overkappingen en de -inmiddels verdwenen- perrongebouwen, het oudste
deel van het station. Het eerste dat opvalt is dat de perrons in
een bocht liggen, dit als gevolg van het verleggen van het spoor
ten behoeve van de spoortunnel onder het Noordzeekanaal. Vanwege
de nabijheid van die tunnel werden de perrons zo ver mogelijk naar
het noorden verplaatst. De trappen naar de perrontunnel bevinden
zich nabij de zuidelijke uiteinden van de perrons, een situatie
die niet echt ideaal is omdat de looplijnen wat langer worden. Bovendien
liggen de perrons ook nog eens vrij ver van het stationsgebouw.
De perrons zelf zijn opmerkelijk kort, veel langer dan 230 meter
zijn ze niet. Ook opvallend: het oostelijke perron (tussen de sporen
4 en 5) is iets breder dan het tegenoverliggende exemplaar. Beide
perrons worden deels overdekt door perronoverkappingen. Net als
de perrons zijn die nogal aan de korte kant, maar dankzij de gekromde
constructie valt die geringe lengte (van amper 90 meter) nauwelijks
op. Een fraai staaltje optisch bedrog. De constructie is, ondanks
haar ogenschijnlijke eenvoud, interessant. De basis wordt gevormd
door vier kruislings geplaatste stalen T-profielen, waaraan een
soort buizenframe is gemonteerd. Hier op rust vervolgens het platte
dak. Op elk perron stond ooit een perrongebouwtje, maar deze zijn
allang verdwenen tijd. De plekken waar ze hebben gestaan is nog
heel makkelijk terug te vinden, de overkappingen hebben hier een
duidelijk afwijkende constructie. Een wat minder fraaie oplossing
was de nogal abrupte overgang tussen de rand van de overkapping
en de overdekte trap naar de perrontunnel. Het lijkt haast wel alsof
architect Van der Grinten hier niet zo goed raad mee wist. Overigens
liet collega-architect K. van der Gaast twee jaar later in Delft
zien hoe het ook opgelost had kunnen worden, hier ging de overkapping
van het vroegere eilandperron sierlijk over in een overdekte trap
Aan het einde van de jaren negentig begonnen omvangrijke werkzaamheden
aan zowel de perrontunnel als aan de trapopgangen naar de perrons.
De belangrijkste reden hiervoor was de installatie van liften, iets
wat het station tot dan toe nooit heeft gehad. Maar ook de donkere
overkappingen boven de trappen werden gesloopt en vervangen door
exemplaren die aanzienlijk ruimer en lichter zijn, maar qua bouwstijl
helemaal niet aansluiten bij de bestaande overkappingen. Datzelfde
geldt mijns inziens ook voor de groene liftschachten. Een gemiste
kans
|
Boven:
De twee perrons en de perronoverkappingen zijn het oudste deel
van het station, ze kwamen al in 1957 gereed. Wat opvalt is dat
de overkappingen de gebogen lijn van de perrons volgen, welke
in een bocht liggen. Overigens zijn de overkappingen -net als
de perrons- nogal aan de korte kant, maar dankzij die gebogen
lijnen valt dat niet zo op
.
|