| |
Het
eerste station
STATION
I | |
| | |
Maatschappij: | Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (Staatsspoor) | Architect: | K.H.
van Brederode | Bouwjaar:
| 1865 | Verbouwd:
| 1874-1875,
1914, 1937 | Gesloopt:
| 1970 | | |
| |
Zoals op
de vorige pagina al aangegeven kent de stad Bergen op Zoom een zeer lange geschiedenis.
Ze ontstond in de dertiende eeuw in een gebied dat toen nog tot de Baronie van
Breda behoorde. Bergen op Zoom splitste zich snel af van Breda, om een eigen heerlijkheid
te gaan vormen, dit werd later "opgewaardeerd" tot markizaat (het Markizaat
Bergen op Zoom). Het monumentale Markiezenhof herinnert hier nog aan. In de loop
van de tijd ontwikkelde Bergen op Zoom zich steeds meer tot havenstad, het werd
een soort voorpost van Antwerpen, waarbij de -min of meer- ronde binnenstad aan
de westzijde een nogal merkwaardige uitstulping kreeg. naast de handel en de haven
werd ook de verwerking van meekrap tot (rode) kleurstaf een belangrijke bron van
bestaan. Hieraan dankt de stad haar bijnaam "Krabbegat", zoals Bergen
op Zoom nog altijd tijdens carnaval heet. Althals, zo gaat het verhaal. Naast
perioden van voorspoed heeft de stad ook rampen meegemaakt. Meer dan eens werd
Bergen op Zoom vrijwel met de grond gelijk genaakt en even zo vaak weer opgebouwd.
Tijdens de tachtig jarige oorlog tot twee keer toe belegerd. "Merck toch
hoe Sterck" werd een bekend geuzenlied over de veerkracht van Bergen op Zoom
tijdens deze periode. De stad verloor in diezelfde tijd haar positie als handelsplaats.
In de zeventiende eeuw werd het een garnizoensstad, waarbij het een uitgebreid
stelsel van vestingwerken kreeg. De merkwaardige vorm van de binnenstad werd hierdoor
nog meer benadrukt. Ondanks die beperkingen die de vesting met zich meebracht
ontwikkelde Bergen op Zoom zich in de negentiende eeuw tot industriestad, waarbij
vooral de suiker- in de metaalindustrie bepalend waren. De opkomende industrie
kreeg vanaf 1863 extra impulsen dankzij de komst van het spoor. In het genoemde
jaar kwam het eerste deel van de spoorlijn Roosendaal-Vlissingen gereed en kreeg
Bergen op Zoom haar eerste station. Deze spoorlijn was één van de
lijnen die door de Nederlandse Staat volgens de Eerste Staatsaanleg werd gebouwd,
en werd aangeduid als Staatslijn F. Na Bergen op Zoom duurde het tot 1868 tot
het Zeeuwse Goes werd bereikt. Eén van de redenen hiervoor was de aanleg
van de Kreekrakdam, waardoor het vroegere eiland Zuid Beveland met Noord Brabant
werd verbonden. Pas toen deze dam in 1867 gereedkwam, kon hier het spoor worden
gelegd. Uiteindelijk zou het nog tot 1873 duren voordat Vlissingen werd bereikt.
De aanleg van de Zeeuse lijn nam in totaal zo'n negen jaar in beslag. Uiteraard
werden de stations langs deze Staatslijn voorzien van een standaardstationsgebouw.
Dit leverde voor Bergen op Zoom een probleem op, het spoor werd namelijk letterlijk
door het schootsveld van de omwalling gelegd. Dit betekende dat hier geen standaardgebouw
kon worden neergezet. In feite mochten er helemaal geen gebouwen in het schootsveld
staan, tenzij ze in geval van oorlog makkelijk uit de weg te ruimen zijn. voor
dit soort situaties ontwierp Staatsspoor een zevental semi-permanente stationsgebouwen,
die -in grote tegenstelling tot de reguliere gebouwen langs de Staatslijnen- allesbehalve
standaard te noemen. Wel hadden deze bouwwerken een aantal gemeenschappelijke
kenmerken. Zo waren ze allemaal laag en langgerekt en bestonden ze uit een houten
vakwerkconstructie, waarbij de wanden zijn opgevuld met stenen. Bergen op Zoom
was na Breda het tweede station dat volgens deze bepalingen moest worden gebouwd.
Opmerkelijk: dit waren toevallig ook de twee semi-permanente gebouwen die veruit
het langst dienst deden! Het stationsgebouwtje van Bergen op Zoom was aanvankelijk
de kleinste, het had aan de voorgevel twee risalieten. Maar blijkbaar was het
oorspronkelijke stationsbehuizing te klein, want al snel werd het van twee forse
eindgebouwen voorzien. De aanbesteding hiertoe werd -blijkens een krantenartikel-
in de zomer van 1874 bekend gemaakt, de werkzaamheden zullen ongetwijfeld korte
tijd later zijn gestart. De twee eindgebouwen werden in dezelfde stijl als de
rest van het gebouw uitgevoerd. Opmerkelijk, want de beperkingen van de Vestingwet
waren enige jaren tevoren al opgeheven. De vestingwerken in Bergen op Zoom werden
toen al volop gesloopt en bij het station werd zelfs al de eerste stadsuitbreiding
gerealiseerd, waaronder een prestigieuze laan met herenhuizen als nieuwe stadsentree.
|
Boven:
Het eerste station van Bergen op Zoom , zoals het er aan het einde van de negentiende
eeuw uitzag. Het middendeel met de twee kenmerkende risalieten was het oorspronkelijke
gebouw uit 1863, de twee eindgebouwen werden rond 1875 gebouwd. Het zou zeker
niet de enige keer zijn dat het uiterlijk van het stationsgebouw veranderde... .
Onder:
Een plattegrondje van Bergen op Zoom, zoals het er rond 1880 uit zou hebben gezien.
Een groot deel van de vestingwerken (1) was toen nog intact, maar zou in
de jaren die volgden volledig worden ontmanteld. Alleen het meest noordwestelijke
ravelijn (2) bleef bewaard. Bij het station (3) is de Stationsstraat
(4) al ingetekend. De suggestie dat de route tussen het station en de Markt
(5) een vrijwel rechte straat was klopt niet helemaal... .
| |
| | | | Onder:
Hoewel het uiterlijk van het gebouw anders deed vermoeden was het interieur behoorlijk
luxueus uitgevoerd, zoals deze foto laat zien. Dit was de wachtruimte derde klasse,
en zelfs hier waren de wanden voorzien van donkergelakte lambrisering en had de
ruimte een buffet. Waar blijkbaar wel op werd bezuinigd waren de stookkosten.
Deze foto werd in de koude winter van 1941 gemaakt, bijna alle aanwezigen zitten
of staan met de jas dicht... .
| Onder:
Een blik op de perrons. Deze ansichtkaart is van vóór 1925. Vanaf
dat jaar beschikte het station over een breed eilandperron, dat nog altijd in
gebruik is. De afbeelding toont een typisch Staatsspoorstation; twee perrons,
met daartussenin slechts één spoor. Het zeer smalle eilandperron
werd trouwens alleen voor het spoor aan de rechterkant gebruikt. .
| | | | | Onder:
Opnieuw een ansichtkaart, ditmaal van de bekende watertoren en de overweg in de
straat die toen nog de Balsebaan heette. Aan de rechterkant is baanwachterswoning
13 te zien en links van het spoor seinpost B, waar vanuit de overweg werd bediend.
Het gebied is onherkenbaar veranderd, op de plek van de overweg ligt nu het John
F. Kennedyviaduct en de seinpost en de wachterswoning zijn allang verdwenen. Maar
de watertoren uit 1889 staat er nog altijd! .
(Ansichtkaart)
| Onder:
Tegenover het station, op de hoek van de Stationsstraat en de Oude Stationsweg,
staat hotel "De Blauwe Vogel". Dit pand is zeer kenmerkend voor de architectuur
van de Stationsstraat. Het werd rond 1880 gebouwd, naar een ontwerp van C.P. van
Genk, die de Stationsstraat als één geheel bedacht. Zeer kenmerkend
is de afgeschuinde hoek. Ook het pand aan de overkant heeft zo'n schuine wand,
samen vormen ze een waardige entree van deze monumentale straat. .
| | | | | | |
versie: 31-12-2021 |