Tijdens de uitbreiding van het aantal sporen
en perrons, halverwege de jaren twintig, werd een tweede kap aan
de IJ-zijde gebouwd. Deze is met een lengte van maar liefst 354
meter nog wat langer dan zijn oudere broer, maar is wel iets smaller
(34 meter breed). Daardoor lijkt de kap hoger, maar dit is optisch
bedrog; ze zijn namelijk praktisch even hoog. De noordelijke kap
werd niet tegen de bestaande kap aangebouwd, maar kwam er een eindje
vandaan te staan. Wel kreeg de kap een luifel over de volle breedte,
zodat de reizigers langs spoor 10 ook enigszins beschut stonden.
Overigens had de oude zuidelijke kap al eerder, namelijk rond 1910
een brede luifel langs de kap gekregen. Deze situatie, waarin reizigers
langs de sporen 8 en 10 het met luifels moesten doen, bleef tot
1996.
In dat jaar werd een derde overkapping tussen de twee bestaande
kappen gebouwd. Ook deze is 354 meter lang. De middenkap ligt letterlijk
op de twee oude boogkappen. De spanten werden namelijk op de bestaande
spanten gemonteerd. Omdat de middenkap even lang werd als de zuidelijke
kap, en dus 48 meter langer dan de noordelijke, moesten de laatste
zes spanten tot het perron doorgetrokken worden.
Langs spoor 1 is ook nog een kleine overkapping. Deze kleine, boogvormige,
perronkap werd in 1992 geplaatst.
|
Boven:
De noordelijke overkapping (IJ-zijde) vanaf spoor 13a/14a. Op
de achtergrond (rechtsboven van de Thalys) staat nog een voormalig
seinhuis.
|