Zoals
op de vorige pagina al aangegeven was een belangrijke reden voor de bouw van een
nieuw stationsgebouw de vervanging van de niet bepaald geliefde voetgangersbrug
naar het perron door een tunnel. Een bijkomend voordeel was dat deze nu ook kon
worden doorgetrokken naar de achter het station gelegen woonwijken. Almelo was
één van de allereerste stations waarbij de perrontunnel tevens als
verbindende schakel tussen de door het spoor gescheiden buurten dient. Omdat er
destijds nog wel in- en uitgangscontrole bestond kreeg de onderdoorgang een soort
scheidingswand. De rechterhelft (vanaf het stationsgebouw gezien) was de feitelijke
tunnel naar het perron. De andere helft was opengesteld voor fietsers en voetgangers
en eigen opgang, pal voor het stationsgebouw. Vanwege het open karakter van de
onderdoorgang vond de in- en uitgangscontrole op het perron plaats. De vorm van
de onderdoorgang is op zich weinig opzienbarend.. Toch zijn er wel wat interessante
details, zo werd die tunnel loodrecht op het stationsgebouw gebouwd. Dit betekende
dat de trap naar het perron in een nogal ongebruikelijke hoek van circa 105 graden
moest worden geplaatst. Omdat deze plek een soort T/splitsing is,werd hier de
ruimte extra groot gemaakt, het werd als het ware een soort ondergrondse rotonde.
Om dit extra de accentueren is hier een opvallende, ronde verhoging in het plafond.
Ooit hing hier een opvallend, pijlvormig richtingbord met de tekst "NAAR
DE TREINEN". Helaas is deze al heel lang verdwenen en vervangen door hedendaagse
wegwijzers. Na die "rotonde" is der tunnel aanzienlijk smaller, feitelijk
ligt die in het verlangde van de linkerhelft van het eerste deel en is tevens
ongeveer net zo breed als dat deel. Aan de achterzijde van het station kwam een
volwaardige, overdekte toegang, met zowel een normale trap als één
met een flauwe helling. De perrontunnel was een enorme verbetering, maar wie
vanaf de andere zijde het station binnenkwam moest eerst naar de hal om daar een
vervoersbewijs te kopen. Wellicht was dit één van de redenen om
aan het begin van de huidige eeuw de kaartverkoop te verplaatsen naar de Kiosk
op het perron. Die is al sinds mensheugenis in het perrongebouw die het dichtst
bij de trap staat. Dat bouwwerkje was de laatste grote toevoeging aan het station,
maar wijkt qua bouwstijl behoorlijk af ten aanzien van zowel het stationsgebouw
als het andere perrongebouw. Het werd in 1983 gebouwd, helaas in een toen gebruikelijke
architectuur. Toch is het bouwwerkje een welkome aanvulling gebleken
Sinds
1962 lijkt het station nauwelijks gewijzigd te zijn, voor het grootste deel is
dit ook zo. Toch is er in de loop van de tijd het nodige veranderd. Genoemd zijn
al de toevoeging van een extra perrongebouw en de afbraak van één
van de twee oorspronkelijke exemplaren, evenals het verwijderen van de gevelbekleding
van de stationstoren. Een vrij ingrijpende verbouwing vond plaats in 2008, toen
het station van liften werd voorzien. Onvoorstelbaar genoeg heeft het station
het tot die tijd zonder moeten doen! Ook het stationsgebouw is niet meer helemaal
hetzelfde als toen het gebouwd werd. Zo werd de noordwestelijke gevel, de feitelijke
achterzijde van het gebouw, voorzien van een extra ingang. De hellingbaan naar
de fietsenkelder, die oorspronkelijk langs de gemetselde zijgevel liep, is verdwenen.
Het markante plaatskaartenkantoor, met haar natuursteen-achtige plint, kwam in
2002 leeg te staan. Sinds enkele jaren is er een kleine horecagelegenheid. |
Boven:
Nog eenmaal de stationshal, gezien in de richting van de hoofdingang en met zicht
op het vroegere plaatskaartenkantoor. De kaartverkoop werd rond 2002 verplaatst
naar het perrongebouwtje, waar nu de Kiosk zit. De eigenlijke loketruimte kwam
vervolgens jarenlang leeg te staan. Enige jaren geleden kreeg het eindelijk een
herbestemming in de vorm van een kleine horecagelegenheid, hetgeen de ruimte aanzienlijk
levendiger maakt
.
|