| |
RHENEN
De uitbraak van de Tweede Wereldoorlog had voor Rhenen dramatische
gevolgen. Tijdens de Slag om de Grebbeberg werden grote delen van de oude binnenstad
verwoest. De spoorbrug over de Rijn en het viaduct bij het station werden opgeblazen.
Beiden werden hersteld, waarbij de spoorbrug vanaf dat moment enkelsporig werd.
Aan het einde van de Oorlog werd de brug over de Rijn wederom vernield, dit keer
door een Brits bombardement. Het station was overigens toen al gesloten. Na
de bevrijding werd de reizigersdienst naar Rhenen niet meer hervat. Inwoners van
Rhenen moesten voortaan gebruik maken van station Kesteren, om die reden was de
naam van dat station in 1945 gewijzigd in Kesteren-Rhenen. Het spoor naar de stad
Rhenen bleef nog een tijdje als goederenspoorlijn in gebruik, de oversteek over
de Rijn zou nooit meer per trein worden gemaakt. Wat nog bruikbaar was van de
oude spoorbrug (twee pijlers) werd gebruikt voor de bouw van een nieuwe verkeersbrug,
die er voor in de plaats kwam. Die nieuwe brug was onderdeel van een nieuwe, doorgaande
weg. Het stationsgebouw, dat de Oorlog wonderbaarlijk genoeg had overleefd, stond
hierbij in de weg en ging in 1957 tegen de vlakte. Tegelijkertijd werd het spooremplacement
grotendeels opgebroken. De karakteristieke brug over het vroegere emplacement
was toen al herbouwd, waarbij het (waarschijnlijk) ook werd verbreedt. Nadat
in 1972 een einde aan het goederenvervoer was gekomen leek het stil te worden
rond de voormalige internationale spoorlijn. Maar achter de schermen werd toen
al gesproken over reactivering van de treindienst. Veenendaal was in die tijd
een snelgroeiende forenzenplaats aan het worden en meende daarom aanspraak te
kunnen maken op een hernieuwde aansluiting op het spoornet. Aanvankelijk voelden
zowel het Rijk als de NS hier weinig voor, maar (vooral) die laatste liet zich
overhalen door de groeiprognose van Veenendaal. Ook het Rijk ging overstag, en
zo begon vanaf de tweede helft van de jaren zeventig de heraanleg van het spoor.
Deze werd niet meer helemaal tot Amersfoort herbouwd, er kwam een aansluiting
op de spoorlijn Utrecht - Arnhem. Veenendaal kreeg hierdoor een rechtstreekse
spoorverbinding met de Domstad. Net als bij de bouw van de oorspronkelijke spoorlijn,
bijna een eeuw eerder, leek het er ook nu op dat Rhenen zou worden overgeslagen.
Maar al snel werd duidelijk dat voor een halfuursdienst het juist goed uitkwam
als de trein in Rhenen zou keren. Wel werd dat laatste deel van het spoor enkelsporig
en eindigde het voortaan vóór het viaduct. Hierdoor werd het station
zo'n 125 meter in noordelijke richting verplaatst. Om nog eens extra te benadrukken
dat de oversteek over de Rijn nooit meer met de trein gemaakt zal worden werd
dat nieuwe station als kopstation gebouwd. Het kreeg daarbij een eenvoudig haltegebouwtje,
ontworpen door architect C, Douma. Het bestond uit een plaatskaartenkantoortje
en een kleine hal annex wachtruimte. Dit was tevens de enige overdekte wachtgelegenheid,
want op het enkele perron was hierin niet voorzien. Het was trouwens één
van de weinige kleine haltegebouwtjes dat niet volgens een gestandaardiseerd serieontwerp
werd gebouwd. Wel waren er duidelijke overeenkomsten met de twee stations van
het naburige Veenendaal, die uiteraard gelijktijdig werden ontworpen en gebouwd.
Dit is vooral terug te vinden in het dak, waarvan de schuine vlakken ook terug
te vinden zijn bij de perronluifels van de Veenendaalse stations. Station Rhenen
moest het zonder perronluifel doen, wel kreeg het in een later stadium alsnog
een glazen wachthokje. De kaartverkoop geschiedt al jaren via de kaartautomaat.
Het stationsgebouwtje bestaat nog uitsluitend uit een wachtruimte en een betaal-toilet.
Ook is er nog een klein dienstvertrek. | . Boven:
De Tweede Wereldoorlog begon voor Rhenen met een grote ramp. In een poging de
Duitse opmars naar het westen van ons land te stoppen vond tussen 11 en 13 mei
1940 de Slag om de Grebbeberg plaats. Drie dagen lang wist men de Duitsers tegen
te houden, maar uiteindelijk werd de Duitse overmacht bepalend. Vooral rondom
Woudenberg en Rhenen werd zwaar gevochten, waarbij de stad Rhenen het flink moest
ontgelden. De historische binnenstad werd voor een groot deel verwoest. Onder
de burgerbevolking vielen niet of nauwelijks slachtoffers, het leger wist met
behulp van kolenschuiten het grootste deel van de inwoners te evacueren. Maar
toen de mensen terug kwam troffen ze een enorme ravage aan. Deze foto toont het
trieste restant van de stad, enkele dagen na de capitulatie. De foto werd gemaakt
vanaf de kap van de Binnenmolen. Tussen de puinhopen staat de zwartgeblakerde
Cuneratoren. Zwaar beschadigd, maar nog altijd fier overeind. Nog tijdens de Oorlog
begon de herbouw van de binnenstad. Daarbij werd een nieuwe, brede autoweg dwars
door het centrum geprojecteerd. De stad werd herbouwd in een bouwstijl die Delftse
School wordt genoemd, naar een ontwerp van stedenbouwkundige C. van Pouderoyen.
Slechts enkele gebouwen, waaronder de Cunerakerk, werden weer in oude luister
hersteld
.
|
|
| | | | Onder
(beide afbeeldingen): De Tweede Wereldoorlog betekende ook het definitieve einde
van het internationale treinverkeer via Rhenen. Al tijdens de meidagen van 1940
werd de spoorbrug opgeblazen, in een poging de Duitse opmars te kunnen stuiten.
Hierna werd de brug provisorisch hersteld (foto links), waarbij ze enkelsporig
werd. Op 2 oktober 1944 werd de brug wederom vernield, ditmaal door een Brits
bombardement. Terugtrekkende Duitse troepen zorgden er vervolgens voor dat de
spoorbrug voorgoed onbruikbaar werd. De foto rechts toont het trieste restant
van wat ooit een imposante oeververbinding was... .
| | | | | | | Onder:
Het huidige stationsgebouw bestaat uit een kleine wachtgelegenheid en een toilet.
De rest van het gebouwtje wordt als dienstruimte gebruikt. Bij dit gebouw is de
ingang in de rechter zijgevel. Daar loopt het dak ook een stuk door, en vormt
zo een luifel boven die toegang. In het wachthokje aan de rechterkant staat de
kaartautomaat. .
| Onder:
Het contrast met het vooroorlogse station kan bijna niet groter; terwijl dat exemplaar
nog over een behoorlijk emplacement met meerdere perrons beschikte, moet de huidige
halte het slechts met één perron en één kopspoortje
doen. Het glazen wachthokje aan de linkerkant werd trouwens in een later stadium
geplaatst. .
| | | | | | | Onder
(beide afbeeldingen): Op zaterdagavond 25 februari 1984 bleek maar weer eens dat
een kopstation ook een risico kan inhouden. Tijdens deze winteravond kon een trein
(een tweedelig treinstel van het type "Hondekop") niet meer op tijd
tot stilstand komen. Het ramde het stootblok schoot over de perronrand en ramde
daarbij een bovenleidingmast en de gevel van het stationsgebouw. Er vielen geen
gewonden, wellicht was dit mede te danken aan het oerdegelijke type treinstel.
Maar de schade was daarentegen fors. Toch konden zowel het stationsgebouw als
het treinstel worden hersteld. Het station kreeg wat extra veiligheidsmaatregelen.
Er kwam een tweede muur en het spoor werd wat ingekort. Ook geldt er een snelheidsbeperking
van maximaal 40 kilometer per uur bij het binnenrijden van station Rhenen... .
| | | | | | | Onder:
Het vroegere emplacement van het eerste station is tegenwoordig een P & R
terrein. Het stationsgebouw stond achter de struiken en bomen aan de linkerkant,
op deze plek is nu de provinciale weg N233. Het bekende viaduct -op de achtergrond-
stond tijdens het maken van deze foto (oktober 2023) in de steigers. Merk ook
op dat het terrein behoorlijk is opgehoogd
.
| | | | |
versie: 22-12-2023 |