|
|
|
NIJMEGEN DUKENBURG
| |
|
 |
| |
|
| Afkorting: |
Nmd |
| Maatschappij: |
Nederlandse
Spoorwegen (NS) |
| Architecten: |
P.A.M.J. Corbey (statiosgebouw I) |
| |
Th.J.B. Fikkers (statiosgebouw II) |
| Bouwjaar:
|
1986 (statiosgebouw I) |
| |
1996 (statiosgebouw II) |
| Gedeeltelijke sloop: |
2023 |
| Baanvak:
|
's-Hertogenbosch - Nijmegen |
| |
|
| |
|
Dit is een station met twee gezichten. Letterlijk. Het beschikt namelijk over twee separate stationsgebouwtjes, die beide aan hetzelfde spoor staan. Het oudste gebouwtje staat aan het Zwanenveld. Haar nog geen tien jaar jongere opvolgster staat zo’n tachtig meter westelijker, nabij een busstation en de ingang van een winkelcentrum. Geen van de twee gebouwtjes is nog als stationsgebouw in gebruik, het jongste gebouwtje is zelfs al behoorlijk verminkt. Het oudere gebouw ziet er daarentegen aan de buitenkant nog redelijk authentiek uit. Nijmegen Dukenburg is dus een station dat in haar nog betrekkelijk korte leven al een hoop heeft meegemaakt.
In de eerste helft van de jaren zeventig van de vorige eeuw werden een kleine twintig nieuwe stations geopend. Voor het overgrote deel waren dit onbemande haltes, met alleen een glazen wachthok als “stationsgebouw”. Twee van die haltes werden in Nijmegen gebouwd. In 1972 verscheen aan de spoorlijn naar Roermond de halte Nijmegen Heyendaal. Een jaar later werd aan de spoorlijn naar ’s-Hertogenbosch de halte Nijmegen Dukenburg geopend, vernoemd naar de grote nieuwbouwwijk die op dat moment nog volop in aanbouw was. Zoals zoveel plaatsen in ons land groeide ook Nijmegen in het derde kwart van de twintigste eeuw flink, in twintig jaar tijd kwamen er bijna 40.000 nieuwe bewoners bij. Om die groei op te kunnen vangen werd al sinds het begin van de jaren zestig gebouwd aan een grote stadsuitbreiding ten westen van het Maas-Waalkanaal. Zoals al aangegeven kreeg die nieuwe wijk Dukenburg in 1973 een eigen spoorhalte. Net als het eerder geopende station Heyendaal was Dukenburg een zeer eenvoudige halte. Het idee achter die onbemande stations was dat deze zich eerst maar eens moeten bewijzen, treinkaartjes moesten in die tijd maar bij de conducteur worden gekocht. De halte Heyendaal was al na zeven jaar rijp voor een stationsgebouwtje. Dit was een zeskantig standaardgebouwtje, ontworpen door architect C. Douma. “Dukenburg” moest wat langer op een eigen haltegebouwtje wachten, maar dat geduld werd uiteindelijk wel beloond…
In 1986 kreeg de halte Dukenburg dan ook haar eerste stationsgebouwtje. Het aantal inwoners -en dus ook het aantal dagelijkse treinreizigers- was inmiddels dermate gegroeid dat een verkooppunt voor treinkaartjes dringend gewenst was. Dat haltegebouwtje werd ontworpen door P.A.M.J. Corbey, een architect die maar een handjevol stationsgebouwen (zeven stuks, waarvan één in samenwerking met ingenieur K. van der Gaast) zou tekenen. Het gebouwtje in de wijk Dukenburg is een wat grotere, maar tegelijkertijd ook iets smallere, versie van het stationsgebouw van Nieuw Vennep. Beide gebouwtjes hebben breed uitkragend dak met een forse halfronde dakrand. Middels tuidraden aan een ronde paal wordt dat dak ondersteund. Ook de plattegrond is opmerkelijk; rechthoekig, met één schuine zijde, waarin de ingang van het gebouw is.
Lang heeft het stationsgebouw niet gefunctioneerd. In 1995 begon de gemeente Nijmegen aan een grote herinrichting van het gebied bij het station. Ook bleek het stationsgebouw op een onhandige plek te staan en waren de trappen naar de perrons maar matig vindbaar. Zo was één van die trappen verstopt achter het stationsgebouwtje. De bouw van een nieuwe onderdoorgang voor langzaam verkeer betekende het definitieve einde. Bij die nieuwe onderdoorgangen kwamen nieuwe trappen naar de perrons, die hiervoor wat moesten worden verlengd. Het was dan ook logisch dat hier een nieuw gebouwtje voor de kaartverkoop zou worden neergezet. Dit gebouwtje, een ontwerp van ingenieur Th. Fikkers, bestond voor het grootste deel uit glas. Bijzonder was een hoge, gebogen wand, die op pilaren boven het gebouwtje was geplaatst. Het werd een echte blikvanger, zonder die wand valt het haltegebouw nauwelijks op (zoals inmiddels wel blijkt…). Die wand keert trouwens ook terug bij het gebouw dat er schuin tegenover staat. Het zorgt voor een samenhang, en bakent tevens het -min of meer- ronde pleintje af. Een heel bijzonder detail zijn de geluidsschermen langs het spoor, die tevens voor beschutting op de perrons zorgen. Opvallend daarbij is dat de “overkapping” op het perron voor de richting Den Bosch langer is dan het perron zelf…
Ook het tweede stationsgebouw heeft maar kort gefunctioneerd, een loket is er nooit gekomen. Nijmegen Dukenburg kreeg als één van de eerste stations van ons land een zogenoemde “Wizzl”, een gemakswinkel waar ook treinkaartjes te koop waren. De komst van de kaartautomaat betekende echter voor dit station het einde van de Wizzl, ze werd in 2004 gesloten. Overigens kwam er later weer een gemakswinkel in, deze bestaat anno 2025 nog steeds. Sinds het begin van de huidige eeuw heeft station Dukenburg twee stationsgebouwtjes, die geen van tweeën stationsgebouw meer zijn. Het oudste van de twee gebouwtjes is aan de buitenzijde nauwelijks veranderd. De dakrand en de pilaar zijn nog steeds rood, al is dit niet helemaal de originele kleur. Het is momenteel in gebruik als sushi-(afhaal)restaurant. Een heel ander verhaal is het jongere gebouw. Deze verloor in 2023 haar meest kenmerkende onderdeel, namelijk haar hooggeplaatste, gebogen wand. Kennelijk werkte deze overlast in de hand. Beide gebouwen hebben inmiddels een andere invulling gekregen. Op zich is het feit dat de beide gebouwen nog bestaan best wel bijzonder. Zeker als je bedenkt dat het bewaren van veel behoudenswaardiger stationsgebouwen nog niet eens zo heel lang geleden nog nauwelijks aan de orde was... |
.
Boven en onder: Station Nijmegen Dukenburg heeft twee stationsgebouwtjes. Dat is op zich niet zo bijzonder, er zijn immers veel meer voorbeelden waarbij het oudere gebouw bewaard bleef nadat een nieuw ontvangstgebouw in gebruik was genomen. De bijzonderheid zit in het leeftijdsverschil (nauwelijks tien jaar), en de afstand (zo’n tachtig meter) tussen de twee gebouwtjes. Van de twee gebouwtjes is het “oudste” exemplaar (boven) het meest interessant. Het werd ontworpen door ingenieur Corbey, een architect die maar weinig stationsgebouwen op zijn naam heeft staan. Corbey zou vervolgens lange tijd voor Shell gaan werken, daarna werd hij vastgoedadviseur. Het gebouwtje hieronder is een ontwerp van ingenieur Fikkers, en ook deze architect zou maar een handjevol stationsgebouwen ontwerpen. Maar er is één heel groot verschil: alle door Fikkers ontworpen stationsgebouwen staan er anno 2025 nog, al is dit gebouwtje inmiddels behoorlijk verminkt...
.
|
| |
|
|
|
|
Onder: De halte Nijmegen Dukenburg bestaat sinds 1973. In de eerste dertien jaar van haar bestaan was het een onbemensde halte, met wat wachthokjes als beschutting. Reizigers moesten in die beginjaren hun treinkaartjes bij de conducteur te kopen. Het station stond aanvankelijk een beetje in “the-middle-of-nowhere”, het grootste deel van de wijk moest toen nog worden gebouwd. Het naastgelegen winkelcentrum zou pas in 1976 gereedkomen.
|
Onder: Een kleine veertig jaar later is er al veel veranderd. Dit is tweede stationsgebouwtje, hier nog met haar kenmerkende gebogen wand. In dit stationsgebouwtje kwam nooit een “klassiek” loket, het was één van de weinige stationsgebouwen die bij opening van een zogenoemde Wizzl werd voorzien. Lang hield deze winkel -waar ook treinkaartjes te koop waren- het niet vol, in 2004 werd ze opgeheven. Tegenwoordig zit er weer een gemakssuper in, treinkaartjes zijn er echter niet te koop...
|
|
|
|
|
Onder De perrons beschikken over een heel behoorlijke beschikken. Ter hoogte van het station zijn geluidsschermen aangebracht, die aan de bovenzijde wat naar binnen buigen en daardoor -min of meer- luifels vormen. Daarnaast heeft het perron ook “echte” overkappingen. (foto linksonder) Deze zijn circa dertig meter lang, en dat is voor dit type station heel behoorlijk. Een aardig detail zijn de gebogen luifeltjes, ter hoogte van de perrontrappen (rechtsonder). Erg functioneel zijn ze niet, maar ze geven wel duidelijk aan waar die trappen zijn. En daar ontbrak het vroeger aan. Ook opvallend is de forse ruimte tussen de sporen. Dit vanwege het betonnen viaduct, direct ten westen van het station.
|
|
|
|
|
|
|
|
versie:
5-09-2025
|