|
|
(BARNEVELD DORP)
Het spoor tussen Barneveld en Nijkerk was eigenlijk al vanaf dag één verliesgevend. Het schijnt zelfs dat de Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (N.C.S.) die lijn in stand hield om reizigers die naar Amersfoort reisden in Nijkerk te laten overstappen, zodat ze via de N.C.S-spoorlijn in Amersfoort kwamen. Om die reden werd de overstap bij het H.IJ.S.M.-station Barneveld-Voorthuizen bewust slecht gehouden. De concurrentiestrijd tussen de diverse spoorwegmaatschappijen was ruim een eeuw geleden nog volop aanwezig. Maar dat veranderde radicaal toen in 1937 de laatste twee overgebleven spoorwegmaatschappijen definitief fuseerden en zo de Nederlandsche Spoorwegen vormden. Die fusie betekende vrijwel meteen het einde van het spoorvervoer tussen Barneveld en Nijkerk. Alleen het goederenvervoer tussen Nijkerk en Nijkerk Haven bleef nog tot het begin van de jaren zeventig bestaan. De rest van het spoor werd al vrijwel direct na de opheffing verwijderd. Ook het spoorviaduct over Oosterspoorlijn werd gesloopt. De spoorlijn tussen Ede en Barneveld bleef wel behouden, middels een verbindingsboog werd deze op het Oosterspoor aangesloten. Station Barneveld-Voorthuizen werd opgeheven, ervoor in de plaats kwam een nieuwe halte in de spoorboog (het latere station Barneveld Noord). Voor station Barneveld hadden die wijzigingen ook een direct gevolg; de locomotievenwerkplaats werd opgeheven en het onderhoud werd verplaatst naar Amersfoort. Niet lang hierna werd de naam van het station gewijzigd in “Barneveld Dorp”. In diezelfde tijd kreeg de spoorlijn Amersfoort – Ede-Wageningen haar officiële bijnaam “Kippenlijn”.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef de spoorlijn Amersfoort-Ede nog lange tijd in bedrijf, maar dat veranderde in september 1944. Aan de vooravond van de operatie Market Garden werd tot een landelijke spoorwegstaking besloten, die tot het einde van de Oorlog zou duren. In de jaren die volgden bleef de Kippenlijn nog gesloten voor het reizigersvervoer. Dit had vooral te maken met een gebrek aan treinen, wat beschikbaar was ging als eerste naar de belangrijkste trajecten. Het traject Ede-Amersfoort werd met bussen gereden, de zogenoemde spoorbussen. Velen dachten dat dit het (begin van het) einde van de van de spoorlijn betekende, ook al omdat in die tijd diverse lokale spoorlijnen werden opgeheven. Denk hierbij aan de spoorlijnen Apeldoorn – Zwolle en Apeldoorn – Dieren, de Haarlemmermeerlijnen en het “Halve Zolen-lijntje”. Maar het liep anders, mede doordat de spoorlijn nog een belangrijke rol speelde als uitwijkspoor, bijvoorbeeld bij werkzaamheden of andere stremmingen elders. In 1951 werd het reizigersvervoer weer opgestart. In de maanden ervoor was het spoor helemaal opgeknapt en zelfs geëlektrificeerd. vanaf dat moment maakten de elektrische treinen er de dienst uit.
Het monumentale stationsgebouw ontkwam niet aan de sloopwoede van de NS, die zich vooral in de jaren zeventig manifesteerde. Toen in 1973 de baanbeveiliging werd gemoderniseerd verviel de bediening van de seinen en wissels in het stationsgebouw. In het daaropvolgende jaar ging het tegen de vlakte. Ook de voormalige locomotievenloods viel ten prooi aan de slopershamer. Aanvankelijk dacht men dat voor een station als Barneveld een onbemensd, glazen wachthok (een Leidsche Abri) voldoende zou zijn, maar daar kwam men enkele jaren later weer op terug. De abri werd vervangen door een volwaardig stationsgebouw, al had het bij lange na niet de uitstraling van haar voorganger. Het nieuwe gebouw werd de kleinere versie van het vereenvoudigd standaardtype Douma. Het was één van de laatsten die werden gebouwd. Ten opzichte van de eerder gebouwde exemplaren waren er wat duidelijke verschillen. Zo werd voor dit gebouw maar één type en kleur steen gebruikt en was er geen uitbouw aan de perrongevel. Overigens werd vrijwel gelijktijdig met dit gebouw het nieuwe stationsgebouw van het Overijsselse Raalte gebouwd. Deze werd in spiegelbeeld gebouwd, maar was verder identiek aan dit exemplaar. Het zijn anno 2024 de jongste, nog overgebleven Standaardtype Douma’s.
Alhoewel het oude, monumentale stationsgebouw alweer een halve eeuw verleden tijd is, is men het in Barneveld nog niet vergeten. Integendeel, zelfs! Al vele jaren bestaan er serieuze plannen om het te herbouwen. Maar zoals wel vaker met dit soort ideeën zal het (vrees ik) er nooit van komen. In 2015 werd pal naast het stationsgebouw een glazen wachtruimte gebouwd, min of meer in dezelfde stijl als het stationsgebouw. Het stationsgebouw zelf vervult al jaren geen stationsfunctie meer... |
.
Boven en onder: Tweemaal het oude stationsgebouw. Het blijft eeuwig zonde dat het gebouw nooit een monumentenstatus kreeg. Maar net als bij veel van haar tijdgenoten was ook dit gebouw eigenlijk veel te groot voor het type station. In deze tijd zou het ongetwijfeld anders zijn gegaan. Op de foto hieronder de hal, die dankzij het vele glas bijzonder licht was. Overigens was dit één van de slechts drie gesloopte, en door een Standaardtype Douma vervangen, stationsgebouw dat destijds niet door Staatsspoor was gebouwd. De andere twee stonden in Borne en Breukelen…
.
|
|
|
|
|
|
Onder (beide afbeeldingen): Nadar het stationsgebouw tegen de vlakte was gegaan moest het station het aanvankelijk met een grote glazen wachthok doen, een zogenowmde “Leidse Abri”. Lang heeft deze niet dienstgedaan, in 1978 werd het vervangen door het huidige stationsgebouw. (foto rechtsonder) Het station droeg trouwens toen nog haar oude naam “Barneveld Dorp”. Op 31 mei 1981 kreeg het haar huidige naam…
.
|
|
|
|
|
|
|
Onder: Nogmaals de perronzijde van het huidige station, met ditmaal aandacht voor de opmerkelijke seinen. Die hebben vier lampen, in plaats van de gebruikelijke drie. Die extra lamp is een tweede gele sein, dit wordt in spoorjargon “dubbel-geel” genoemd. In het verleden kwamen dergelijke seinen vaker voor, inmiddels zijn ze bijna allemaal verdwenen…
.
|
Onder: Sinds 2015 staat naast het stationsgebouw een grote glazen wachtruimte. Deze door NL Architects ontworpen ruimte werd (min of meer) in dezelfde stijl als het stationsgebouw gemaakt, compleet met de forse houten liggers. Deze wachtruimte werd in het kader van het project “Prettig Wachten” gebouwd. Eigenlijk was het de bedoeling dat het tegen het stationsgebouw zou worden geplaatst, maar dat bleek niet mogelijk zonder forse kostenverhogingen…
.
|
|
|
|
|
Onder: Station Barneveld Centrum kent nog altijd goederenvervoer. Op gezette tijden wordt hier graan gelost, (voornamelijk) bestemd voor de aan het spoor gelegen veevoerfabriek. Er is sprake om in Barneveld een containerterminal te bouwen, om zo het goederenvervoer per spoor te stimuleren. Of deze terminal, die aan het spoor tussen Amersfoort en Apeldoorn moet verrijzen, er daadwerkelijk komt zal de tijd moeten leren…
.
|
Onder: Het restant van de goederensporen. Toen het spoor nog maar nat geëlektrificeerd was ging het een keer mis. Een elektrische locomotief, met daarachter een trein vol militairen, schoot te ver door en kwam op een stuk stroomloos spoor terecht. Toen de machinist om uitleg werd gevraagd kwam deze met een legendarische verklaring: “Een miljoen in handen, duizend man achter mij en een stootblok voor mij. En dan moet ik óók nog op de bovenleiding letten…”
.
|
|
|
|
|
versie:
19-12-2024
|